Ik wil natuurlijk ook iets schrijven over het tienjarig jubileum van het Roze Stadsdorp Amsterdam. Best lastig, ik ken het RSA pas een kleine twee jaar. Wat moet ik zeggen zonder de clichés te gebruiken die je zo vaak hoort bij een jubileum? ‘We zijn blij, hartelijk gefeliciteerd, het is alweer tien jaar geleden, het RSA is onmisbaar in deze tijd, ik hoop dat het RSA nog heel lang...’, enfin, jullie kennen deze uitingen van feestvreugde wel. Ik wil ze liever vermijden, maar ja, wat dan? 

Ik blader in mijn agenda van 2015, het jaar waarin het Roze Stadsdorp werd opgericht. Ik kom namen tegen van mensen die allang uit mijn leven zijn verdwenen. O ja, die! En die! Dat is waar ook! Op de een of andere manier kruisten zij mijn pad. ‘Ships that pass in the night’, zei mijn moeder ooit in het weinige Engels dat ze kende. We hadden het over ontmoetingen met mensen die een tijdje met je meelopen in je leven en die je vervolgens nooit meer ziet. Ik kom gelukkig ook namen tegen van vrienden en familieleden die ik nog steeds spreek.

Hoe zit dat eigenlijk met het RSA? Is dat een ‘Ship that passes by’ of is het een blijvertje? Zal ik over tien jaar in mijn agenda van 2025 kijken - hopelijk kan ik dat nog doen -, de letters RSA lezen en denken: wat betekenen die letters ook alweer? Of gaat het RSA al die tijd met me mee? 

Het Roze Stadsdorp komt in mijn agenda van 2015 niet voor. Was ik er te jong voor? Nee, dat niet, ik was de zestig al gepasseerd. Het RSA ontsnapte aan mijn aandacht. Pas in het najaar van 2023 viel mijn oog op een advertentie waarin vrijwilligers werden gevraagd, onder andere voor Flamingo. Een oud verlangen werd in mij wakker: ik wil columnist worden! Ik had boeken en artikelen geschreven, maar columns… nee, die nog niet. Het lukte, er was ruimte voor. Ik blij. En zo verscheen in januari 2024 mijn eerste column.

Een column schrijven is niet makkelijk. Er moeten een kop en een staart aan zitten, het betoog dient helder en logisch te zijn en vooral niet te lang, rond de vijfhonderd woorden. De kunst van het weglaten! En dan moet je ook nog eens persoonlijk en het liefst een beetje prikkelend en origineel schrijven. Ik krijg steeds positieve reacties van lezers, dat stimuleert enorm. Mooi, ik ga door tot 2035.

En natuurlijk zijn er de filmclub de Pijp-Rivierenbuurt die ik via het RSA kon oprichten, de Boekenclub, opgeduikeld in een advertentie in de Flamingo, en de borrels, een lezing hier en een wandeling daar. Er is naast mijn vriendenkring een roze groep leeftijdgenoten die met me meereist nu ik ouder word.

Het RSA betekent een verrijking van mijn leven. RSA, hartelijk gefeliciteerd! Dat je nog maar lang…, RSA: hiep hiep hoera! O jee, nu verval ik toch in clichés. Vergeven jullie me? Ach, de laatste kreet rijmt, die kan sowieso.