Prille liefde op je veertiende: de Belgische film Young Hearts sleept je er helemaal in mee. Een pleidooi voor langzame liefde en een tolerante omgeving.  

 Onlangs zag ik Young Hearts, een film over twee jongens van veertien die verliefd worden op elkaar. Dat gaat niet vanzelf. Maar uiteindelijk ‘krijgen ze elkaar’. Smoorverliefd fietsen ze in de laatste scène het filmbeeld uit, voorzichtig elkaars handen vastpakkend. Dat is nog eens wat anders dan de eindeloze reeks homofilms waarin ellende en droefenis hoogtij vieren. In de ene film maakt iemand zich van kant, in de andere loopt de relatie uit op een jammerlijke mislukking en in weer andere films spat de repressie van de omgeving van het scherm. Niet bepaald opbeurend.

Deze film biedt een ander perspectief. De tederheid, vriendschap en een voorzichtige eerste kus raken mij recht in het hart. En het gaat ook zo heerlijk langzaam. Als je zo jong bent heb je nog geen woorden voor alles wat er in je hart omgaat. Je voelt alleen, je wilt samen zijn, plezier hebben, stoeien, elkaar aanraken, samen lachen.  

Ik wist van niks toen ik jong was. Ik voelde alleen maar. Toen ik tien was kwam ik een jongen tegen bij een bushalte. Hij had een schitterende bos lang haar. Ik moest steeds naar hem kijken. Een vreemde opwinding maakte zich van mij meester. Ik stond als aan de grond genageld. Ik wilde hem aanraken, maar durfde niet. Ik kende hem niet eens. Er openbaarden zich in mij gevoelens die ik niet kon plaatsen.

Toen ik twaalf was kwam ik tijdens een vakantie op een camping een jongen tegen op blote voeten. Ik moest steeds maar naar zijn mooie voeten kijken, geen idee waarom. Weer die betovering, die allesomvattende, mysterieuze aantrekkingskracht. Die je de rest van je leven met je meedraagt. Waar ik pas veel later vorm aan kon geven. Mijn omgeving werkte bepaald niet mee, daarom duurde het zo lang.

Stel dat ik toen daadwerkelijk contact had gemaakt met die jongens. Stel dat. Het kwam niet eens in mij op om dat te doen. Ik was te zeer overdonderd door iets onbegrijpelijks, ik had geen woorden.

Toen ik zeventien was, had ik wèl een woord gevonden: homofiel. Ik zocht het op in een encyclopedie en schrok me dood toen ik las wat er stond. Van schrik klapte ik het boek dicht en stopte mijn gevoelens diep weg.     

De jongens in deze hartverwarmende film zijn er vroeg bij. Natuurlijk is ook een tolerante omgeving belangrijk. De film schijnt ook op scholen te worden vertoond. Goed zo, want wiskunde en andere ‘kundes’ zijn niet genoeg. ‘Relatiekunde’ zou verplicht moeten zijn! Broodnodig, want wanneer zie je nu twee jonge jongens verliefd hand in hand lopen?

Dat langzame, voorzichtige, spannende, onbekende gevoel dat alle kanten op kan. In een gedigitaliseerde wereld vol dating apps lukt dat nauwelijks. De snelle vleeskeuring van al die gezichten in de etalage van verlangen lijkt meer op het winkelen in de supermarkt. Met een boodschappenlijstje in je hand. Langzame, ongeplande, toevallige liefde is een stuk spannender. Kan die nog opbloeien in een samenleving waarin iedereen op straat en in de metro op z’n telefoon zit te turen en niemand elkaar aankijkt?