Toen mijn Italiaanse vriend Claudio onlangs in Nederland was, zag hij in de metro een jongen met gelakte nagels flirten met een meisje. ‘Ongelooflijk, een heterojongen met gelakte nagels, dat zie je bij ons in Italië niet!’, riep hij stomverbaasd. ‘Dat mag van jullie oerconservatieve premier Meloni natuurlijk niet’, grapte ik. Heimelijk was ik trots op Nederland, dat vooruitstrevende land waar iedereen mag zijn wie hij, zij of hen is. Waar jongeren tegenwoordig allemaal fluïde zijn. De termen homoseksueel, lesbisch, biseksueel en transseksueel zijn ouderwets. Ach, alleen wat oude Roze Stadsdorpers noemen zich misschien nog zo, maar verder is de nieuwe geloofsbelijdenis toch vastgelegd in de lhbtiqapc-doctrine?
Emancipatie: wat is dat eigenlijk? Is het niet ‘het daadwerkelijk accepteren van de diversiteit van mensen’? Diversiteit die altijd al heeft bestaan en die we nu pas benoemen met een zich steeds uitbreidende ‘lettersoep’? Volgens mij betekent het vooral: de termen ‘mannelijk’ en ‘vrouwelijk’ ter discussie durven stellen. Want wat betekenen die woorden eigenlijk?
In de jaren tachtig - wat klinkt dat ver weg - kwam ik uit de kast. Dat was mijn emancipatie. Maar ik was getrouwd met een vrouw. Ik had een goed huwelijk. Toen werd ik verliefd op een man. Een donderslag bij heldere hemel. Die echter al gauw betrok, want hoe moest het nu verder? Uiteindelijk strandde mijn huwelijk. We scheidden uit liefde voor elkaar. En bleven goede vrienden. Ik schreef een boek over dit thema en vroeg me af hoeveel homo’s, biseksuelen en lesbiennes een heterorelatie hadden. Wat een onbekend onderwerp, er was in Nederland nog nooit een boek over geschreven. Taboe, taboe.
Toen kwamen de jaren negentig. De homo-emancipatie maakte grote vorderingen. De Gay Games! Amsterdam leek van ons. In 2001 sloot burgemeester Cohen de eerste homohuwelijken ter wereld. De emancipatie was voltooid. Dacht ik.
In 2007 opende ik mijn coachingspraktijk voor homo- en biseksuele mannen met een heteroseksuele relatie. Sindsdien heb ik vele intensieve gesprekken gevoerd met mannen in grote problemen. Ach, dat zijn vast vijftigers en zestigers, die generatie sterft uit. Toch? Jongeren manoeuvreren zich niet meer in zo’n gecompliceerde situatie, die zijn immers geëmancipeerd! Zelfbewuste gays kiezen toch voor zichzelf?
In 2018 komt een vlot geklede, maar radeloze jongen van 27 mijn praktijk binnenlopen. Hij heeft een vriendin. Maar ook sterke homogevoelens. Zijn vriendin mag het absoluut niet weten. Hij wil bij haar blijven en samen met haar kinderen krijgen. Ik probeer hem te steunen in zijn zoekproces; uiteindelijk blijft hij bij zijn besluit.
Mijn buurjongen, uit Rusland gevlucht vanwege zijn homoseksualiteit, wordt in 2022 op een Nederlands station vanwege zijn geaardheid in elkaar geslagen. Lekker veilig in Nederland, maar niet heus.
In januari van dit jaar staat op de voorpagina van mijn krant dat de tolerantie ten opzichte van transgenders afneemt.
Niet zo somberen, Wilfred. Er is zoveel bereikt. Zeker. Maar toch. Eenmaal verworven rechten zijn niet onwrikbaar. Gelukkig is het Roze Stadsdorp er ook. Elkaar een beetje vasthouden. Jezelf laten zien.
En heren, morgen allemaal met gelakte nagels de straat op?