Wilma den Uijl (61) zit in haar tuin in het zonnetje, ik thuis aan mijn eettafel, allebei aan de koffie. We bellen. Wilma vermijdt alle niet noodzakelijke ‘fysieke’ contacten. Zij runt, samen met David Noordhoff, Zielhuis Uitvaart en Roze Uitvaart en vertelt bevlogen over haar werk.
Wilma, waar komt je interesse en passie voor je werk vandaan?
Dat heeft zijn oorsprong in de jaren 80, toen we opeens overvallen werden door het hiv-virus en voornamelijk jonge homomannen in de bloei van hun leven overleden aan aids. Men wist toentertijd ook niet precies hoe de besmetting verliep, er was geen medicatie, aidspatiënten lagen in isolatie in het AMC, er was angst voor besmetting. Eenzaamheid, isolement en stigmatisering staken weer de kop op. Ik moet er de laatste tijd veel aan terugdenken.
Je zag toen, net als nu, artsen, verplegers en onderzoekers in de bres springen. Ook kwamen er nieuwe vormen van solidariteit op gang, vanuit de LHBTI+-beweging, bijvoorbeeld de buddy-projecten. Ik ben zo’n 20 jaar actief geweest in de hiv/aidshulpverlening voor o.a. de Schorerstichting, in Nederland en in Latijns-Amerika.
Hoe is Roze Uitvaart ontstaan?
Tijdens de aidsperiode hadden zowel familie als conservatieve uitvaartbegeleiders moeite om een uitvaart te organiseren die afweek van wat gebruikelijk was. Dat gaf echt lastige situaties. Vrienden werden er bijvoorbeeld niet altijd bij betrokken en de overledene kreeg soms een traditionele, vaak religieuze uitvaart in zijn geboortedorp.
Roze Uitvaart is door Janhenk Zielhuis opgericht om een netwerk van homovriendelijke uitvaartbegeleiders te vormen en om input te geven voor een homovriendelijke uitvaart. Toen ik na zijn overlijden in 2010 zijn bedrijf voortzette, hebben David en ik workshops gegeven in het roze circuit. Er is nu meer ruimte voor niet-standaard uitvaarten en mensen denken er meer over na. We krijgen veel verzoeken voor voorgesprekken over zaken die men alvast wil vastleggen. De coronacrisis versterkt dat nog meer.
Een uitvaart in coronatijd, hoe gaat dat?
Tijdens de uitvaart mogen maximaal 30 mensen aanwezig zijn, er is geen condoleance, geen drank en geen hapjes. Dat is best naar en ongemakkelijk, want je hebt juist behoefte aan onderlinge verbondenheid en écht samen zijn. Op bezoek gaan bij cliënten doe ik wel zoveel mogelijk. Tenzij iemand in een risicogroep zit, dan moet het contact per telefoon of beeldbellen. De oudere generatie heeft daar soms moeite mee. Ik vind het zelf ook lastiger om pas bij de uitvaart de nabestaanden te ontmoeten.
Laat ik zeggen dat we – met alle restricties die er nu zijn – uitgedaagd worden om een nieuwe manier te vinden waarop we uiting kunnen geven aan onze verbondenheid met elkaar. Ik merk dat men flexibel is en begrip heeft. Er worden nieuwe vormen bedacht en naar creatieve oplossingen gezocht. Bijvoorbeeld met een boot door de grachten, muziek die speelt, mensen langs de kade die afscheid nemen en bloemen in de boot werpen. Of via een livestream thuis de herdenking volgen en videoboodschappen laten zien van mensen die niet aanwezig kunnen zijn. Laatst begeleidde ik de uitvaart van een jonge lesbische vrouw. Al haar vrienden hadden afscheidsgroeten op briefjes geschreven en haar kinderen brachten die op rolletjes bij elkaar. Zo werd ze bedolven onder een slinger vol liefdevolle berichtjes.
Wat mis je?
Ook al ben ik best relaxed onder de omstandigheden, ik doe toch allerlei dingen niet, net als de rest van het land: sauna, massage, filmclub, theater, restaurant. En natuurlijk mis ik die ontspanning en vooral de knuffels. Ik merk wel een hoger lichaamsbewustzijn, elk klein kuchje registreer ik.
Hoe ziet je privéleven er nu uit?
Doordat er meer doden zijn, werk ik nog harder dan normaal. De huidige restricties kosten meer tijd en aandacht. Vrienden zie ik weinig, ook door alle maatregelen. Door het werk loop ik enig risico, want ik kom wel in contact met coronapatiënten. Moet er niet aan denken dat ik ziek zou worden, niet omdat ik zelf zo bang ben voor corona, maar omdat het voor mijn werk veel problemen zou opleveren. Ik heb droge handen van het vele ontsmetten.
Ik woon al heel lang heerlijk in het centrum van Amsterdam, in een voormalig kraakpand met fijn balkon. Ook breng ik zoveel mogelijk tijd door in mijn buitenhuisje met tuin, op het ‘roze weiland’ – dat heet zo vanwege een aantal lesbische buren daar. We hebben grote tuinen en kunnen – met afstand – samen eten. Die tuin is echt een (ont)laadklep om tot rust te komen en weer op te laden.
Wat vind je positief?
De lucht is veel schoner! Dat merk je goed. En Amsterdam is echt prettig zonder massa’s toeristen. Verder zie ik veel creatieve nieuwe ideeën ontstaan. We kijken naar manieren om elkaar te ondersteunen. Zo vertelde mijn vaste cateraar me geschrokken dat alle opdrachten werden afgezegd. Nu maakt hij maaltijden voor daklozen en brengt die rond in sporthallen. En voor mijn uitvaarten maakt hij een ‘vaarwel-tasje’ met biologische producten erin, omdat er geen condoleance-momenten meer zijn.