Johan Meester beschrijft het leven van een aantal opmerkelijke lesbo’s en homo’s uit het verleden, vaak uit een literaire omgeving. Deze keer de Sitwells.
A very dear friend of mine
In zijn vijfdelige memoires noemt Osbert Sitwell hem driemaal waarvan slechts eenmaal met enige affectie ‘a very dear friend of mine’. Hij heeft het dan over David Horner, de man met wie hij meer dan dertig jaar zou samenleven.
Osbert Sitwell (1892 -1969) was het tweede kind van Sir George Sitwell en Lady Ida Denison. De eerstgeborene was een dochter, Edith (1887 – 1964), en haar vader heeft het haar nooit vergeven dat ze geen jongen was. Na Osbert wordt nog een zoon geboren, Sacheverell (1897-1988). Alle drie zullen ze succesvolle auteurs worden.

V.l.n.r. Osbert, Edith en Sacheverell Sitwell, rond 1920
Vader George is voor alles een onuitstaanbare betweter, die zijn kinderen eindeloos bekritiseert. Lady Ida is mooi, maar wereldvreemd en afwezig. De kinderen zullen hun leven lang één front vormen tegen hun ouders.
Ze brengen de zomers door in het immense Renishaw Hall in Derbyshire. In 1909 koopt de vader het vervallen Castello Montegufoni bij Florence met 100 kamers en bijna 300 illegale bewoners. Hij laat het restaureren en zal daar later permanent gaan wonen. Tijdens de Tweede Wereldoorlog worden de belangrijkste schilderijen van het Uffizi er veilig opgeborgen.
Een charmante verstokte vrijgezel
Osbert start een militaire carrière en belandt tijdens de Eerste Wereldoorlog in de loopgraven bij Ieper. Daar schrijft hij zijn eerste gedichten, net als andere ‘war poets’.
Na de oorlog wijden Edith, Osbert en Sacheverell zich aan de letteren en kunsten. Ze horen bij de Bright Young Thingsdie de strijd aanbinden tegen de oude mores. Ze schrijven poëzie, maken theater en organiseren de eerste tentoonstelling van moderne kunst in Engeland met werken van o.a. Picasso, Derain, Modigliani.
Osbert deelt zijn huis in Londen met Sacheverell en hun protegé de componist William Walton, Edith deelt haar flat in Londen (en later Parijs) met haar voormalige gouvernante.
Veel jongemannen van hun kring zijn net als Osbert homo- of biseksueel, zoals Siegfried Sassoon, Stephan Tennant, Cecil Beaton, Harold Acton, Rex Whistler, Evelyn Waugh.
Maar voor de buitenwacht is Osbert de charmante verstokte vrijgezel waar elke vrouw mee wil trouwen, zoals Violet Trefusis en Nancy Cunard. Hij heeft een grote schare vriendinnen, onder wie ook de latere Queen Mum Elisabeth, de moeder van Koningin Elisabeth II.
Pas als Sacheverell in 1925 trouwt gaat Osbert op zoek naar een relatie. Hij wordt voorgesteld aan David Horner, die van goede familie is, vloeiend Frans spreekt en charmant en knap is. Ze zullen meer dan dertig jaar samenblijven. De relatie is niet gelijkwaardig: Osbert adoreert en David laat zich adoreren én onderhouden.
De Sitwells privé
De terughoudendheid die Osbert en David betrachten t.a.v. hun relatie, heeft verschillende gronden. Homoseksualiteit is in Engeland bij wet verboden en maatschappelijk niet aanvaard. Osbert heeft Robbie Ross nog gekend, minnaar en literair executeur van Oscar Wilde, en weet hoe moeilijk die het heeft gehad als min of meer openlijke homoseksueel. Maar bovenal is Osbert financieel afhankelijk van zijn vader. Hij kan het zich waarschijnlijk niet veroorloven al te open te zijn.
Osbert en David reizen veel, vooral in Italie, maar ook naar China en Zuid-Amerika; Osbert publiceert daar zeer succesvolle boeken over.
Edith trekt met name homomannen aan die haar om haar buitengewone uiterlijk fotograferen en schilderen. Tot haar dood zal ze in de ban blijven van de homoseksuele Russische schilder Pavel Tschelitschev, voor wie ze zelfs naar Parijs verhuist.
Ze maskeert haar verlegenheid en minderwaardigheidscomplex met een enorm ego. Haar gotische uiterlijk accentueert ze met buitenproportionele sieraden en buitenissige kleding.
Sacheverell is de stilste van de drie Sitwells; hij ontwikkelt zich tot een zeer erudiete kunstkenner, dichter en reisboekenschrijver. Zijn oudste zoon zal uiteindelijk de titel, Renishaw en Montegufoni erven.

V.l.n.r. Sacheverell, Edith en Osbert Sitwell, 1962
Roem bij het grote publiek
Bij het uitbreken van de Tweede Wereldoorlog is Lady Ida reeds overleden en woont Sir George permanent in Italië. Osbert, David en Edith ontvluchten Londen en gaan op Renishaw Hall wonen dat nog wordt verlicht met olielampen en verwarmd met open haarden.
Het samenwonen, zonder reizen, in het immense donkere koude huis zorgt voor spanningen tussen Edith en David. Enig lichtpuntje lijkt het overlijden van Sir George in 1943 maar van het grote kapitaal op een Zwitserse bank is niet veel meer over.
Osbert, ondertussen Sir geworden na zijn vaders dood, en Edith worden uitgenodigd voor meerdere lezingentours door Amerika die buitengewoon succesvol en lucratief uitpakken. Ze worden de helden van de literaire intelligentsia van New York; Hollywood omarmt Edith en omgekeerd. David heeft er moeite mee op de achtergrond te figureren en zoekt troost in de armen van andere mannen.
Al tijdens de oorlog is Osbert begonnen aan zijn vijfdelige memoires, vol anekdotes over zijn excentrieke vader. Het publiek smult ervan. Hoe hij onder de vader geleden heeft, wordt zorgvuldig weggestopt. Edith schrijft voor het geld populaire biografieën en poëziebloemlezingen. Financieel zit ze aan de grond.
Wat rest aan het einde
In de vijftiger jaren openbaart de ziekte van Parkinson zich bij Osbert. Hij en David vestigen zich permanent in Montegufoni. Als Osbert steeds afhankelijker wordt van zijn persoonlijke bediende, Frank Magro, wordt David jaloers. Uiteindelijk gaan ze uit elkaar: Osbert blijft in Italië, David woont in de flat in Londen. Ze zullen elkaar niet meer zien.
Osbert is vermogend en ondanks zijn progressieve ziekte reislustig: met Frank Magro reist hij in een auto met chauffeur door Italië. Later brengen cruiseschepen hem de wereld over.
Ondanks drie eredoctoraten in de letteren en een koninklijke onderscheiding voelt Edith zich als dichter miskend. Ze eet weinig, drinkt des te meer, valt verscheidene keren. Bij het grote publiek, dat ze veracht én nodig heeft, is ze die grotesk uitgedoste vrouw: uiteindelijk is het alleen de façade die zich het grote publiek herinnert als ze sterft in 1964.

Edith aan het einde van haar leven © Cecil Beaton
Door Parkinson kan Osbert tenslotte niet meer schrijven en nauwelijks meer spreken; zijn gezicht wordt uitdrukkingsloos. Zo wordt de façade waarachter hij heeft geleefd zijn doodsmasker. Hij sterft in Montegufoni in 1969.
Ik kende alleen Edith Sitwell als schrijfster. Bedankt!
De Sitwells leefden in dezelfde tijd als de Bloomsbury groep en kenden elkaar, maar het bleef op een afstand. Beiden verkeerden in Londen in kringen rond literatuur, toneel, schilderkunst en muziek. Beiden verzetten zich tegen de benauwde Victoriaanse en, iets later, de Edwardiaanse moraal en gingen openlijk om met homoseksuele relaties, zowel de mannen als de vrouwen. Hetgeen, zoals je schrijft, bij wet verboden was en zeker nog steeds een taboe na de rechtszaken en veroordeling van Oscar Wilde.
Wellicht was er ook een scheidslijn tussen upperclass en middle-upperclass in het klassebewuste Engeland van die tijd? Alleen de Engelsen zullen die scheidslijn aanvoelen.
De twee ‘grande dames’ van de literatuur, Edith Sitwell en Virginia Woolf konden behoorlijk venijnig zijn. Edith beschreef Virginia als ‘a beautiful little knitter’. Virginia op haar beurt schreef, Of course you are a good poet, but I can’t think why.
Zo werd Edith een fenomeen in de periode van het Modernisme.
Is er een artistieke lijn van Sitwell naar Swinton?
Een hedendaagse fascinatie roept Tilda Swinton op, en met haar opmerkelijke gezicht en androgyne uitstraling is zij een icoon van onze tijd. De 64-jarige actrice is curator van de tentoonstelling ‘Ongoing’ in Eye over de geschiedenis van haar leven. Ze zal perfomances uitvoeren met kledingstukken uit haar films van haar eigen garderobe. Verder zijn er films, filmfragmenten, foto’s, etc..
(Ongoing, 28 september t/m 8 februari, zie ook het artikel in NRC van 6 sept. jl.)
Om naar uit te kijken!