Volgens de verhalen zou een giraf in Faringdon House hebben rondgelopen, maar dat is niet waar: het was een paard, dat ook wel mee theedronk. Boven het landgoed vlogen duiven in alle kleuren van de regenboog. En de allerlaatste follywerd er gebouwd, een toren als cadeau van de Lord voor de 21ste verjaardag van de Mad Boy. Op een bordje stond: Members of the Public committing suicide from this tower do so at their own risk.
Rechts de Lord en de Mad Boy
Hieraan moest ik denken toen ik in De Groene Amsterdammer van januari 2025 een interview las met auteur Alan Hollinghurst. Daarin zegt hij dat hij zich in zijn jeugd niet bewust was van gay mensen.
Hollinghurst (o.a. The Swimming Pool Library, The Sparsholt Affair en Our Evenings) behoort net als velen van ons tot een generatie voor wie homoseksuelen onzichtbaar waren en met wie je je dus niet kon identificeren. Maar bij Hollinghurst ligt het toch net iets anders: aan de rand van zijn woonplaats stond een oud achttiende-eeuws landhuis, Faringdon House, waar Lord Berners met de Mad Boy had gewoond.
Lord Berners en Robert Heber-Percy
De Lord en de Mad Boy hebben vergelijkbare achtergronden: adellijke afkomst, geprivilegieerd, een afstandelijke opvoeding en kostscholen.
De Lord is Gerald Hugh Tyrwhitt-Wilson, 14de Baron Berners, geboren in 1883. Op kostschool valt hij voor een knappe atletische jongen, maar voor hem hebben Freud en Havelock Ellis later de onschuld van de kostschoolerotiek bezoedeld door die te seksualiseren.
Hij is attaché bij de Britse ambassade in Rome als hij in 1918 zijn titel en een fortuin erft. Hij koopt Faringdon House voor zijn moeder, maar blijft zelf in London en Rome wonen. Hij gaat schilderen, schrijven en vooral componeren: Stravinsky is onder de indruk. Vooral zijn muziek voor balletten valt in de smaak.
Als in 1931 zijn moeder sterft, gaat hij zelf in Faringdon House wonen. Kort daarop ontmoet hij de 28 jaar jongere Mad Boy, Robert Heber-Percy: te ongedisciplineerd voor het leger, wild, knap, atletisch, biseksueel en een probleem voor zijn ouders, die hem in Australië willen dumpen. Hij trekt echter in bij de Lord. Samen richten ze Faringdon House in met antiek, Victoriaanse kitsch, opgezette vogels, Corots en Matisses. Buiten lopen flamingo’s, paradijsvogels, ooievaars en pauwen rond; de honden dragen (nep)parelcolliers.
Salon in Faringdon House
Leven op Faringdon House
De Lord is doodsbang voor verveling en met de Mad Boy heeft hij ‘never a dull moment’. In ruil daarvoor geeft hij de Mad Boy een gecultiveerde omgeving met kunst, reizen en interessante mensen. Het gastenboek leest als een homo-lesbisch Who is Who van de dertiger jaren: de Sitwells, Cecil Beaton, Noel Coward, Salvador Dalí, Gertrude Stein, Winneretta Singer, Vita Sackville-West, de gezusters Mitford, Evelyn Waugh én de familie die model stond voor Brideshead Revisited: de Lygons.
De Mad Boy rijdt naakt op een paard op het landgoed rond, en samen reizen ze door Europa in een Rolls-Royce met daarin een opvouwbaar clavichord. De Lord schrijft een aantal lichtvoetige boeken, waaronder The Girls of Radcliff Hall, met een knipoog naar de schrijfster Radclyffe Hall. In het boek worden de vrienden van de Lord als kostschoolmeisjes opgevoerd. Cecil Beaton is hierover zo verbolgen dat hij probeert de hele oplage te vernietigen. Wereldwijd bestaan maar vier exemplaren van de originele uitgave. In 2000 wordt het opnieuw uitgegeven.
Oorlog
Tijdens de Tweede Wereldoorlog staat het leven even stil. De Lord gaat in Oxford wonen en de Mad Boy gaat op geheime missies naar de Balkan en Saoedi-Arabië. Later worden er Amerikaanse soldaten op het landgoed gestationeerd. De tuin levert genoeg voedsel op om het oude leven weer op te pakken. En dan trouwt de Mad Boy opeens met Jennifer Fry, een trouwe gaste. Er wordt een dochter geboren en korte tijd leven ze met z’n vieren samen; de Lord ontpopt zich als een tedere ‘oom’. Maar het huwelijk is geen succes en ze gaan al snel uit elkaar. Onduidelijk is of de Mad Boy de vader is: Jennifer heeft op dat moment meerdere relaties.
In 1950 overlijdt de Lord. Hij heeft zijn eigen grafschrift al geschreven:
De Mad Boy is zijn enige erfgenaam en blijft op Faringdon wonen.
De Folly
Latere jaren
Zijn streken is de Mad Boy nog niet kwijt: wilde jaren in nachtclubs en casino’s volgen. Hij reist veel, heeft een ‘buiten- en binnenman’, drinkt, investeert geld in een begrafenisonderneming en in een nog onbekende popgroep, The Who. Hij maakt cruises en overwintert in Afrika. Met zijn dochter wordt de relatie nooit goed, maar met zijn kleindochter wel. Nog één keer doet hij iets onverwachts: in 1985 hij trouwt met een oude bekende, Dorothy Lygon, die ooit model stond voor Cordelia Flyte in Brideshead Revisited. Ook dit huwelijk wordt geen succes.
De Mad Boy krijgt enkele beroertes en sterft in 1987. Zijn bezit laat hij na aan zijn kleindochter, met uitzondering van de Folly, die heeft hij dan al aan de gemeente geschonken.
Tot 1967 was homoseksualiteit in het Verenigd Koninkrijk strafbaar. En terwijl de kring rond de Lord en de Mad Boy uitbundig leefde, werd Alan Turing in 1952 veroordeeld voor homoseksuele handelingen. Het is schrijnend dat deze werelden naast elkaar konden bestaan.
En Alan Hollinghurst? Hij groeide op terwijl de Mad Boy met zijn twee mannen nog in Faringdon House woonde. Er waren roddels en verhalen. Inspireerden die hem boeken te schrijven, waarin homoseksuele mannen zich wél konden herkennen?
Tegenwoordig is de herinnering aan de Lord en de Mad Boy een toeristenattractie geworden in de plaats Faringdon. Het kan verkeren…
Geverfde duiven boven Faringdon
Wat een heerlijk stuk om niet op de Water Closet te lezen! Meer, meer zoals dit!
Dat huis lijkt me een typische Vaut le voyage bestemming ( aanduiding in de Michelin vacantie-gidsen)