Universiteitsprofessor, literator, tatoeëerder, pornograaf, seks-onderzoeker, archivaris, verzamelaar van erotica, alcoholist, opiaatverslaafde. Samuel Steward was het allemaal. Bovendien gaf hij een ongecensureerde inkijk in het homoleven van de twintiger tot de negentiger jaren.
Waarschijnlijk kent niemand Samuel Steward van zijn eerste literaire werk Angels on the Bough uit 1936. Maar bezoekers van de gay/lesbian afdeling in de kelder van de American Book Center zullen zich vast nog de boeken herinneren van Phil Andros met illustraties van Tom of Finland. Phil Andros was het pseudoniem dat Steward sinds de zestiger jaren gebruikte voor zijn erotische werk.
Rudolf Valentino
Samuel Steward (1909 – 1993) groeit op in Ohio in een streng christelijk gezin. Door het lezen van een boek van Havelock Ellis begrijpt hij dat hij homoseksueel is en dat hij niet de enige is. Hij weet wat hij wil en ontdekt z’n talenten: hij weet bijna alle high school klasgenoten te verleiden. Als hij hoort dat Rudolph Valentino, een van de eerste mannelijke sekssymbolen, incognito in het plaatselijke hotel logeert, gaat hij naar hem toe om een handtekening te vragen. Hij verlaat het hotel met niet alleen z’n handtekening maar ook een lok van zijn schaamhaar. Het schaamhaar zet hij later in een monstrans (gewoonlijk gebruikt om de hostie te tonen) en deze blijft tot zijn dood naast z’n bed staan. Het is 1926, Samuel Steward is nog geen 17.
De archivaris
Steward gaat letteren studeren en wordt uiteindelijk professor Engelse literatuur in Chicago. Hij leeft een zeer promiscue leven: gemiddeld heeft hij elke twee dagen seks met een andere man. We weten dit allemaal omdat hij z’n hele leven lang al zijn sekscontacten noteert: naam, data van contact, sekshandelingen, en later ook polaroids. Hij typt alles uit op kaarten en catalogiseert ze met een referentiesysteem: de Stud Files. Daarnaast houdt hij dagboeken bij.
Na publicatie van zijn eerste literaire roman begeeft Steward zich in literaire kringen. Hij leert Thornton Wilder kennen, Gertrude Stein, André Gide, Thomas Mann, Lord Alfred Douglas, de geliefde van Oscar Wilde. Die laatste, ondertussen 67, getrouwd en katholiek, weet hij in bed te krijgen, alleen om zo dichter bij zijn idool, Oscar Wilde, te komen. De seks valt erg tegen.
De tatoeëerder
Na de oorlog ziet Steward geen toekomst meer in een academisch leven en gooit het roer om: hij gaat in de leer bij een tatoeëerder en opent z’n eigen tatoeagestudio in Chicago onder het pseudoniem Phil Sparrow. Steward houdt van matrozen en ‘rough trade’ en die groepen laten zich juist tatoeëren in die jaren. Het is 1954. Later verhuist hij naar San Francisco. Daar wordt hij de ‘officiële’ tatoeëerder van de Hells Angels. Steward verdiept zich in de beweegredenen waarom mannen zich laten tatoeëren. De uitkomsten catalogiseert hij nauwkeurig. Zo noteert hij over een periode van 5 jaren wat mannen doen nadat ze een tattoo hebben laten zetten: 1724 gingen neuken, 635 gingen knokken, 231 werden dronken en 879 mannen masturbeerden voor de spiegel. Hij zet in totaal 150.000 tattoos, waarvan 500 op penissen. Hij schrijft ook een serieuze studie over tatoeëren: Bad Boys and Tough Tattoos: a Social History of the Tattoo with Gangs, Sailors, and Street-Corner Punks.
Samuel Steward, alias Phil Sparrow
De seks-onderzoeker
Na de oorlog leert Steward Alfred Kinsey kennen, die dan begonnen is met zijn baanbrekende onderzoek naar seksueel gedrag bij de Amerikanen. Hij geeft Kinsey toegang tot zijn stud files en dagboeken, geeft hem polaroids van zijn seksuele activiteiten en veel van zijn verzameling erotica en eigen erotisch tekenwerk. Kinsey is geïnteresseerd in S/M en Steward laat hem S/M sessies filmen. Mevrouw Kinsey maakt notities en verschoont de lakens.
Steward is gefascineerd door Kinsey’s onderzoek en helpt hem ook door veel homomannen naar hem door te sturen. Steward draagt zo bij aan de vele data over homoseksueel gedrag bij mannen in Kinseys onderzoek
De pornograaf
Al tijdens zijn tienerjaren begint Steward pornografische verhalen te schrijven, vooral voor zichzelf. In de vijftiger jaren gaat hij onder allerlei pseudoniemen schrijven voor het Zwitserse homo-tijdschrift Der Kreis. Maar dat was een keurig blad en Steward wil het wat ruiger.; de eerste hardcore verhalen kan hij kwijt in Deense pornoblaadjes. Daarvoor verzint hij het pseudoniem Phil Andros. Wanneer in de zestiger jaren de wetten in de VS worden opgerekt, kan hij daar z’n erotica publiceren. Tom of Finland gaat de boeken later illustreren. Herdrukken, ook vertaald, verschijnen nog tot in de negentiger jaren.
Latere jaren
Wanneer AIDS z’n intrede doet is Steward doosbang; ook tatoeëren kan het virus overbrengen. Veel vrienden en kennissen overlijden. Steward leeft teruggetrokken, raakt depressief en wordt een hoarder; zijn huis vervuilt en hij raakt verslaafd aan opiaten, nadat hij eerder z’n alcoholverslaving had overwonnen. Af en toe komt er een business boy voorbij: Steward heeft nooit moeite gehad met betaalde seks.
Hij sterft aan de gevolgen van COPD. Al zijn papieren, artikelen, boeken, erotica en de stud files komen op de zolder te staan van zijn executeur testamentair.
Uiteindelijk worden ze gered en geordend door zijn biograaf, Justin Spring
Vlak voor z’n dood geeft Steward nog een interview en kijkt terug op zijn uitzonderlijke leven. Hij ziet een paradox: door het grote taboe op en gebrek aan kennis over homoseksualiteit, was er in zijn jongere jaren veel meer persoonlijke vrijheid. Dit in tegenstelling tot de 90er jaren, die in zijn ogen werden verstikt door politieke correctheid en aanpassing.
Samuel Steward blijft een fascinerend persoon: hij was een hedonist en leefde zijn seksuele fantasieën uit, niet gehinderd door een (bekrompen) moraal, ook in een tijd die in onze ogen heel onvrij was.
Na zijn dood wordt hij in 2012 opgenomen in de Leather Hall of Fame en in 2017 krijgt hij een laarsafdruk op de San Francisco South of Market Leather History Alley.
Monstrans met Valentino's schaamhaar