Iedere Amsterdammer kent wel een beeld van Hildo Krop. Je ziet ze overal, maar ze passen zó vanzelfsprekend in het stadsbeeld dat we er gemakkelijk aan voorbijlopen.
In 2020 werd zijn 50e sterfjaar herdacht. Een gelegenheid om stil te staan bij zijn beelden, ornamenten en versieringen en om te ontdekken wat zijn gedachtegoed, belevingen en intenties zijn geweest.
Hildo Krop, stadsbeeldhouwer van Amsterdam, heeft de stad een gezicht gegeven en verrijkt. Zijn kunstwerken zijn een weergave van zijn tijd, geven een beeld van het interbellum – een interessante bladzijde uit het geschiedenisboek – en laten een verschuiving in de beeldcultuur zien van gemeenschap naar individu.
Wie was hij?
Hildo groeide op in een bakkersgezin, waar hem de eer toekwam om de zaak van zijn ouders over te nemen. Al tijdens zijn bakkersopleiding ontdekte de jonge Hildo dat hij niet alleen een passie had voor het mooie patisseriewerk, maar ook onder de indruk was van de beeldende kunst, met name tekeningen en schilderijen.
Hij ging in de avonduren cursussen volgen, later kwamen daar boetseercursussen bij. Hij ontmoette op de juiste momenten de juiste mensen die hem ondersteunden en zijn ontwakende ambitie aanwakkerden.
Hij vertrok naar Engeland, belandde op de Vrije School in Parijs en werd op zijn 24e aangenomen op de Rijksakademie in Amsterdam. Op zijn 27e won hij de tweede prijs van de Prix de Rome. Van dat prijzengeld kon hij een tijd in Berlijn werken.
Zijn leergierigheid was overtuigend, zijn scholing breed en zijn materiaalkennis groot. Dat werd opgemerkt door Van den Eijnde, de beeldhouwer van het Scheepvaarthuis in Amsterdam. Krop werd zijn assistent. Daarnaast ging hij deels werken bij de Gemeentelijke Dienst Publieke Werken in Amsterdam.
Krop maakte in een hoog tempo veel en veelsoortige werken. Het betrof gevelstenen en beelden die integraal verbonden waren aan de architectuur van bouwwerken zoals het Scheepvaarthuis, die de functie van het gebouw illustreerden, zoals scholen of die dienden om bruggen, parken en pleinen te versieren. Veelal uit steen opgetrokken, soms ook van hout, brons en/of staal. Zijn meubel- en design-ontwerpen laat ik in deze tekst buiten beschouwing.
Zijn inspiratie haalde hij uit zijn fantasie, de mythologie, de sierlijkheid van de natuur, de dierenwereld en uit belangrijke personen die hij in een bouwwerk geabstraheerd realistisch afbeeldde.
Zijn ideologie – hij was socialist en later zelfs communist – was ‘kunst is er voor het hele volk’. Hij had niet veel op met het kapitalisme, stond voor meer gelijkheid, solidariteit en betere leefomstandigheden.
Na de Tweede Wereldoorlog kwam er meer ruimte voor particuliere opdrachtgevers. De beeldhouwkunst werd autonomer. Grotere opdrachten – denk aan herdenkingsmonumenten – kwamen voort uit vrije intekening. Men wees niet meer vanzelfsprekend Krop aan om een dergelijke opdracht uit te voeren. Voor Krop werd de gebondenheid aan de gemeente minder. Zijn creativiteit bleef desondanks stromen.
Ik ben benieuwd hoe anderen het werk van deze stadsbeeldhouwer bekijken. Zelf vind ik het moeilijk om over het imposante heen te stappen, onder de indruk te geraken van zijn vakmanschap en vindingrijkheid en open te staan voor de beleving. Dat veel gestuurd is door een socialistisch-communistisch denkkader kan ik bedenken en soms ook zien, maar dat is nog niet hetzelfde als meebeleven.
De Kropherdenking in 2020 vond op vele plaatsen en op velerlei wijze plaats. Het was de moeite waard een programmaonderdeel mee te maken!
Meer afbeeldingen van het werk van Hildo Krop
Meer informatie over Hildo Krop