Gé Joosten was twee jaar lang een van de 3.000 vrijwilligers van Gay Games Amsterdam 1998. ‘Toen de voorbereidingen al een tijd aan de gang waren, in 1997, hoorde ik van de Gay Games. Ik ben nogal laconiek, ben gaan kijken en de sfeer beviel me wel.’

Gé hielp mee in het persteam en herinnert zich lachend dat hij vooral heel veel persknipsels in mapjes heeft opgeborgen.

‘Het was heel goed voor mijn gevoel van saamhorigheid. Van de Roze Zaterdagen naar dit was een opwaartse beweging. Een triomf. In de binnenstad van Amsterdam kwam je overal de Gay Games tegen.

‘Mijn familie zei: “Waar blijven jullie prestaties?” Maar daar ging het helemaal niet om! Wie goed gepresteerd had: fijn gedaan, maar het ging om de internationale verbroedering. Dan reageerden ze: “Oh, vinden jullie dat nodig?”‘

Tekst loopt door onder afbeelding

Gé Joosten met zijn collega Sylvana die stage liep (fotograaf onbekend)

Dat werd eens tijd

‘De sfeer van die week had van mij voorgoed zo mogen blijven. Door de Gay Games voelde ik een stukje… genoegdoening – ja ik denk dat dat het woord is – voor alle narigheid die ik gehad heb. Nu zijn wij even de baas! Fuck you all! Zonder iemand ook maar een kwaad woord toe te voegen.

‘In de Kalverstraat zei iemand tegen me: “Nou, het is wel een en al homo’s in de stad.” Ik antwoordde: “Ja, dat werd eens tijd!” Dat was een opmerking die ik in de jaren daarvoor nooit had durven maken.

‘Wat mij vooral hielp was dat de burgemeester zo positief was. Van de openingsceremonie herinner ik me die kledingontwerper, Jean-Paul Gautier.

‘In de ArenA zat ik zeshoog bovenin, moederziel alleen, en bij het moment suprême had ik het niet meer. Ik miste mijn vriend Frank want die had hiervan genóten. Hij was gaan roepen of schreeuwen of zoiets. Toen voelde ik weer eens heftig dat hij er niet meer was.’