Interview met Ellen Kamerbeek

Na een avondwandeling in de sfeervolle Rivierenbuurt spreek ik Ellen Kamerbeek (1960) in haar gezellige bovenhuis. Zij vertelt mij rustig, bijna achteloos, over haar uitzonderlijke werkgeschiedenis. Het proces van haar keuzes en loopbaanstappen in de bouwwereld, waar voornamelijk mannen werken, met als simpel motto: ‘Als ik ’t niet leuk meer vind, stop ik.’

Dit voorjaar heeft ze haar bedrijf ‘Mevrouw Bouw’ stilgelegd en geniet ze van de ruimte van een sabbatical. Wat ze daarna gaat doen, weet ze nog niet. ‘Ik zie wel wat er komt.’

Een tandem met drie wielen rijdt niet lekker
‘Mijn vader was een man die alles kon en alles aanpakte. Dat maakte het voor mij gemakkelijk om ergens aan te beginnen. Als ik er niet uitkwam, kon ik het hem altijd vragen. Zo heb ik ooit een tandem gemaakt door de voorvork van één fiets aan de achtervork van een andere te schroeven. Mijn vader hielp mee om de bouten vast te krijgen, terwijl hij wist dat het niet zou werken. Een tandem met drie wielen rijdt niet lekker…
Ik studeerde af als cultureel antropoloog (VU 1986). Voor mijn leeronderzoek ging ik naar Senegal, waar ik ontdekte dat de rol van interviewer mij niet lag. Het praktisch bezig zijn wél. Na mijn studie deed ik roze vrijwilligerswerk bij het Lesbisch Archief, de Pottenagenda en De Trut, omdat ik geen betaalde baan kon vinden – er was veel werkloosheid in de jaren tachtig. Ik besloot een opleiding voor timmervrouw te volgen en bij een aannemer te gaan werken. In die jaren ging ik ook met een vrouwenbouwbrigade naar Nicaragua. Ik voelde me er ongemakkelijk over: wij gingen 'arbeid’ brengen, terwijl 'arbeid' de bestaansvoorwaarde is voor de mensen dáár.
Maar ik wist nu definitief dat ik veel liever met mijn handen wilde werken. 16 jaar heb ik voor verschillende aannemers gewerkt. Later deed ik nog een technische opleiding op Hbo-niveau (HBI) met als specialisatie werkvoorbereiding en kopers begeleiding.’

Je moet niet ‘te gevoelig’ zijn om in een mannengemeenschap te werken
‘Ik was dagelijks onderdeel van een mannengemeenschap - vaak als enige vrouw, maar ik had leuke contacten. De mannen hadden geen problemen met mijn vrouw-zijn of met mijn lesbisch leven.
Wél raakte het me dat zij verbaasd waren over mijn universitaire opleiding, want ‘jij kunt kièzen Ellen, en dat kunnen wij niet.’
Je moet niet ‘te gevoelig’ zijn om in een mannengemeenschap te werken. Het gedoe van mannen onder elkaar, de flauwe grappen en het seksisme moet je van je af laten glijden. Ik werkte eens bij een grote aannemer, waar de deur van het vrouwentoilet steeds besmeurd werd met een schunnige tekening met mijn naam eronder. Maar elke twee weken schilderden de collega’s van mijn eigen team die deur over. Daardoor bleef ik in balans.
Toen ik uiteindelijk bij een groot bedrijf terecht kwam begon ik het minder leuk te vinden. Indachtig mijn motto zette ik de stap naar een adviesbedrijf. Daar merkte ik dat ik niet pas in een kantoorbaan. Veel vergaderen en vooral schrijfwerk zijn niet mijn ding. Achteraf gezien had ik deze tussenstap nodig om met een eigen bedrijf te durven beginnen.’

Ik zweette peentjes
‘Mijn kans kwam toen een vroegere projectleider mij vroeg als uitvoerder voor een complexe klus. In Haarlem was een compleet wooncomplex neergezet, maar er moesten twee extra ruimtes bij komen. Een ruimte voor woonzorg en een voor ontmoeting. Het is a hell of a job om dat goed voor elkaar te krijgen. Ik herinner me als de dag van gisteren dat hij naar de oplevering kwam kijken. Een introverte, stille man. Ik zweette peentjes. Op een gegeven moment voelde ik een klein tikje op mijn schouder. Goedgekeurd. Ik ben nog nooit zó opgelucht geweest! Het maakte het gemakkelijker om mijn eigen bedrijf in bouwbegeleiding te starten.
Ik beschikte inmiddels over een perfect netwerk en heb me nooit zorgen hoeven maken over acquisitie, vanaf het begin kwamen opdrachten naar mij toe. Ook kostte het mij geen moeite om mijn eigen financiën te doen. Het duurde wel enige tijd voordat ik mijn bedrijf 'Mevrouw Bouw' - een suggestie van een vriend - durfde te noemen. Deze naam bleek erg goed uit te pakken. Klanten kozen heel bewust voor mij.’

Mijn doosje dienstbaarheid was leeg
‘Dertien jaar heb ik als een gek gewerkt. Ik deed rustig drie projecten naast elkaar en croste op mijn fietsje door de stad. Lastig vond ik dat ik altijd beschikbaar moest zijn. Voor alle kleine dingetjes werd ik gebeld. Ook ’s avonds en in het weekend. Met veel moeite lukte het me om de woensdagmiddag vrij te houden om zorgtaken te doen voor mijn moeder en voor Tom, mijn maatje bij de Roze Buddy Zorg.
Op een gegeven moment voelde ik dat het helemaal op was. Mijn doosje dienstbaarheid was leeg. Ik besloot om vanaf april 2021 mijn bedrijf stil te leggen en een sabbatical van anderhalf jaar te nemen. Aanvankelijk was ik alleen maar doodmoe en deed ik niks. Inmiddels ben ik in staat om rustig een boek te lezen. Het gaat dus al beter. Ook mijn reislust is teruggekomen. Afgelopen september heb ik met mijn partner de prachtige steden en het platteland van Andalusië bezocht.
Wordt dit een proefjaar en ga ik vervroegd stoppen met mijn werk? Of wordt het een broedperiode waaruit onverwachte ideeën geboren worden? Ik kijk er naar uit.’