Pasgeleden bezocht ik de toneelvoorstelling over het leven van Johnny Jordaan in het Amsterdamse DeLaMar-theater. Johnny werd vertolkt door Rob van de Meeberg. Hij was vorig jaar de bekwame regisseur van mijn solovoorstelling. Ik heb hem leren kennen als een man met vele kwaliteiten en mag hem heel graag. Daarom wilde ik de voorstelling over Johnny Jordaan zien. En hij deed het fantastisch. Ook de andere spelers waren levensecht en excellent, zoals bijvoorbeeld Marjolein Touw in de rol van Tante Leen. Samen met onder andere Willy Alberti waren ze in de hemel terechtgekomen, waar ze terugblikten op hun aardse leven.
Ik zou nooit naar deze voorstelling zijn gegaan als ik Rob niet persoonlijk kende. Een Amsterdamse volkszanger stond in mijn milieu (pittig gereformeerd) bekend als ordinair en hoogstwaarschijnlijk ook nog ongelovig, of in ieder geval niet van ‘onze’ kerk. En ook later, toen ik aan de universiteit studeerde, luisterde je toch niet naar ‘dat soort’ zangers! Daar zat toch geen diepgang in, dat was toch vals sentiment. In het programmaboekje van de voorstelling lees ik dat hij trouwens ook tot 1961 werd geboycot door alle omroepverenigingen, behalve de AVRO. Ongelooflijk, maar waar.
Wat een idiote scheidslijnen, wat een rare indeling in zogenaamde ‘hogere’ en ‘lagere’ cultuur. Onderscheid maken, daar doen we nu toch niet meer aan? Inclusief denken! Ach, we doen nu alleen nog maar een beetje aan etnisch profileren, dat is ‘alles’. Stelt weinig voor. Toch?
Johnny was getrouwd met zijn vrouw Tottie, maar bleek homoseksueel te zijn. Een enorme strijd. Hij wilde zelfs een keer uit een rijdende auto springen om van zijn moeilijkheden af te zijn. Na zijn scheiding woonde hij jarenlang met zijn vriend Ton Slierendrecht aan het Frederik Hendrikplantsoen. Ik woonde daar om de hoek en zag hem op het laatst van zijn leven vele malen opgehaald worden door een busje dat hem waarschijnlijk naar de dagbesteding bracht. In zijn rolstoel werd hij ‘ingeladen’, verzwakt door talloze kwalen, een treurig gezicht. Hij had geen makkelijk leven. In de hemel van het DeLaMar leefde hij helemaal weer op. Daar kon iedereen zichzelf zijn, al bleek Vader Abraham ook niet echt welkom in de hemelse Jordaan. Een Brabander met een raar accent! In de hemel schijnt het leven ook in hokjes, vakjes en bubbels opgedeeld te zijn. Het lijkt toch verdomd veel op het aardse leven, dacht ik zo.
Zijn we sindsdien opgeschoten? Zijn er nog Johnny Jordaans in ons land die getrouwd zijn en geen raad weten met hun homoseksualiteit? Ja, hoe zit het nu eigenlijk met die veelgeroemde emancipatie? Daarover de volgende keer.