Onverwachtse gevoelens
Wilfred is opgegroeid in een orthodox-protestants gezin uit Apeldoorn. ‘Geen zwartekousenkerk, maar behoorlijk stevig in de leer’, vertelt hij. In 1971 gaat hij als 18jarige naar Amsterdam om pedagogiek te studeren aan de VU. Na het afstuderen heeft hij verschillende banen, van docent sociale wetenschappen tot intercultureel trainer en docent-vertaler Italiaans.
In 1976 ontmoet hij Marianne, met wie hij een relatie aangaat en later zal trouwen. ‘Het was een prima huwelijk’, zegt Wilfred. Marianne en hij hebben veel liefde en respect voor elkaar, en ze kunnen het heel goed met elkaar vinden. Hun vrienden zijn zelfs een beetje jaloers op hen. ‘Jullie hebben veel meer een “wijgevoel” dan wij!’ krijgen Wilfred en Marianne regelmatig te horen.
Maar dan, als hij ongeveer zes jaar een relatie heeft met Marianne, valt hij plotseling als een blok voor een mannelijke collega op zijn werk. ‘Voor die tijd was ik me nauwelijks bewust van enige homogevoelens’, legt Wilfred uit. ‘Toen Marianne en ik een relatie begonnen heb ik me geen moment afgevraagd of ik niet liever met een man wilde zijn. Bovendien was ons seksleven gewoon leuk.’
De onverwachtse homogevoelens bij Wilfred brengen ‘een enorme storm’ in zijn huwelijk teweeg – maar ‘op een positieve manier’, voegt hij er meteen aan toe. De ijzersterke communicatie die het huwelijk tot dan toe kenmerkt, blijft in stand. ‘We hadden absoluut geen geheimen voor elkaar. Dus al die verliefdheden en avonturen die ik meemaakte, en Marianne ook trouwens, werden thuis openlijk besproken.’ Het stel heeft daarnaast veel aan de vereniging Orpheus, die ondersteuning biedt aan ‘beide partners bij lesbische-, homo- of bi-gevoelens in of na een heterorelatie’.
Experimenteren
Wilfreds nieuwe gevoelens luiden een periode van experimenteren in voor hem en Marianne. Zij gunnen elkaar grote vrijheid bij het uitzoeken van eventueel nieuwe relatievormen, terwijl ze nog steeds getrouwd blijven. Dat gaat weliswaar niet altijd zonder slag of stoot. Wilfreds eerste vriend vertelt hem bijvoorbeeld dat hij van Marianne moet scheiden. Dat levert ‘een existentiële crisis’ op voor Wilfred, die nog niet klaar is om zo’n grote stap te nemen.
Na ongeveer zes jaren van ‘hij een vriendje, zij een vriendje’ besluiten Wilfred en Marianne in 1988 toch te scheiden. Marianne heeft inmiddels een serieuze relatie gekregen met een andere man, en Wilfred beseft dat hij zich ‘niet helemaal kan ontplooien als man die van mannen houdt’ als hij bij Marianne blijft. Dankzij de wederzijdse openheid en eerlijkheid tijdens hun huwelijk, kunnen ze uit elkaar gaan als goede vrienden. Vandaag de dag hebben ze nog steeds een uitstekend contact met elkaar.
Eigen coachingspraktijk
Ongeveer twee decennia later, in 2007, zet Wilfred een eigen coachingspraktijk op voor mannen die, net als hij vroeger, worstelen met homogevoelens binnen een heterorelatie. ‘Ik wil het maatschappelijk bewustzijn over dit onderwerp vergroten,’ vertelt hij. ‘Het ergert me dat mensen denken dat dit geen issue meer is, omdat we tegenwoordig “zo geëmancipeerd” in Nederland zijn.’
De realiteit, stelt Wilfred, is dat veel mannen met homogevoelens nog steeds een enorme druk ervaren om aan de heteronorm te voldoen: snel carrière maken, met een mooie vrouw trouwen, kinderen krijgen en een huis kopen. ‘Misschien krijgen ze deze boodschap impliciet of expliciet mee van ouders, vrienden, kennissen of de media. Anno 2024 blijft “homo” immers het grootste scheldwoord op de middelbare school, en er is bij mijn weten nog geen één professionele voetballer uit de kast gekomen.’
‘Homo’s in heterorelaties? Ja, dat fenomeen bestaat wel degelijk nog steeds!’ aldus Wilfred. ‘En je moet niet onderschatten hoe moeilijk dat kan zijn voor de personen die hiermee te maken hebben.’
De cliënten die in Wilfreds praktijk komen hebben daar in ieder geval veel last van. Vaak zijn deze mannen veertigers, die een soort ‘midlife crisis’ meemaken; ze zijn gesetteld in hun baan, hun kinderen zijn het huis uit, en ze zitten alleen thuis, met hun vrouw. Er komen dan vaak lang weggedrukte homogevoelens bij ze naar boven, en ze weten zich er geen raad mee.
‘Wat moet er gebeurd zijn?’
Wilfred beschrijft zijn werkwijze als coach. Aan het begin van het gesprek vraagt hij altijd: ‘Wat moet er gebeurd zijn als je straks weer weggaat?’ Dan komt snel naar voren wat op dat moment belangrijk voor ze is. De mannen kunnen bijvoorbeeld aangeven: ‘Ik wil toch met mijn vrouw praten’ of ‘Ik wil voorlopig alleen wonen.’ Dat worden dan uitgangspunten voor het gesprek.
Vaak is één sessie (van ongeveer anderhalf uur) genoeg om voldoende duidelijkheid te creëren. Soms zijn meerdere sessies nodig. Maar, zegt Wilfred, ‘ik ga geen compleet traject met de mannen afspreken. Ik ben tenslotte geen therapeut.’
Wilfred merkt verder op dat veel mannen in de actiemodus zitten. ‘Ze willen alleen maar in termen van concrete oplossingen denken, zoals “Moet ik op een datingapp gaan of moet ik naar de sauna?” Daarmee slaan ze, volgens Wilfred, een cruciaal aspect over, namelijk hun onverwerkte gevoelens. Bijvoorbeeld angst voor de toekomst, voor het verlies van zekerheiden of voor eenzaamheid. Misschien hebben ze daarbij verdriet over het niet zichzelf kunnen zijn toen ze jonger waren. Schuldgevoelens komen ook regelmatig voor.
Zich een eigen toekomst voorstellen
Als coach speelt Wilfred geen sturende rol. ‘Iedereen moet zelf bepalen wat hij nodig heeft. Ik probeer de cliënt vooral te volgen en gewoon te signaleren wat me opvalt. Ook bespreken we mogelijke opties –getrouwd blijven en in hetzelfde huis blijven wonen, apart gaan wonen, relaties met andere partners aangaan, scheiden, enzovoort.’
‘De mannen zijn vaak nogal bezig met wat “de anderen” –hun vrouw, familie, en/of kinderen – zouden vinden als zij een bepaalde actie zouden ondernemen, en durven vaak niet aan hun eigen wensen en gevoelens toe te geven. Ik laat ze een eigen toekomst voorstellen, helemaal vanuit hun eigen perspectief. “Er ligt niks vast”, benadruk ik, “het is een langdurig proces, en je hoeft niet meteen een beslissing te nemen.”’
De meeste mannen zijn dan tevreden en opgelucht als ze deur uitgaan. ‘Zo had ik het nog nooit bekeken’ is een reactie die Wilfred dikwijls hoort. Het is misschien maar een klein stapje voor de mannen, maar toch kan één gesprek al bevrijdend werken. ‘Het geeft ze de ruimte om zich verder te ontplooien, waar dat ook toe leidt.’
Voor Wilfred zelf is dat ook heel erg bevredigend, mede vanwege zijn eigen geschiedenis: ‘Het feit dat je iemand blij kan maken en opgelucht de deur uit ziet gaan, maakt me gelukkig. Noem het maar zingeving.’
Wilfred heeft een boek over homomannen in heterorelaties geschreven, Man met vrouw zoekt man (Uitg. Fosfor, Amsterdam, 2016). Eerder schreef hij Naar verten die niemand weet (Uitg. Meinema, Delft,1985) over hetzelfde onderwerp. |