Foto: Emma van Zalinge

Marianne heeft het talent

“Mijn moeder heeft me schaken geleerd toen ik op de lagere school zat. Ik speelde vaak met mijn iets oudere broer, wat niet altijd even goed ging. Er kwam een schaakclub in ons dorp en daar zijn we lid van geworden. Ik was het enige meisje. Later, toen ik in Amsterdam studeerde ontstond uit mijn dispuut een groepje van zes dat met elkaar schaakte. Daar was Karin, mijn vrouw, ook bij. Ergens in de jaren tachtig was dat. Met dat groepje zijn we blijven schaken, al zijn er inmiddels nog maar vier van ons over. Karin is in 2016 overleden.

Karin was een stuk fanatieker dan ik. We zijn jaren lid geweest van DOS, een schaakclub in Buitenveldert. Onze leraar zei: ‘Marianne heeft het talent en Karin de winnaarsmentaliteit’, en dat is denk ik ook zo. Bijna elke avond kwam bij ons na het eten het schaakbord op tafel en speelden we een of twee partijen. Karin wilde altijd winnen en ik gaf op als ik een blunder maakte, omdat ik er niet vanuit ging dat mijn tegenstander ook wel eens een blunder zou kunnen maken. Zij won daardoor meer dan ik.”

Je kijkt alleen maar
“Wat ik er zo leuk aan vind? Ik vind schaken buitengewoon uitdagend. Je hebt in een partij ontzettend veel mogelijkheden, het is heel gevarieerd. Ik heb in mijn hele leven nooit een partij gespeeld die hetzelfde was. Het leukste vind ik dat je, terwijl je naar zo’n bord kijkt, bijna een plaatje ziet. Je kijkt alleen maar, je raakt niks aan, je denkt na en je analyseert: je kijkt naar je eigen stelling, naar die van de tegenstander en je gaat op zoek naar zwakke punten. Zwakke punten bij jezelf, die je moet verdedigen. En zwakke punten bij je tegenstander, waarop je een aanval kunt plegen. Er wordt een enorm appèl op je strategisch denken gedaan. Ik vind dat je, behalve fysiek bezig zijn om gezond te blijven, ook je hersenen gezond moet houden. Wat ik ook zo plezierig vind is dat het stil is. Je wordt niet geacht iets te zeggen tijdens de partij. Dat geeft een bepaalde sereniteit.”


Marianne van Staa tijdens Gay Games Amsterdam 1998
(foto Marian Bakker)

Pittige partijen
“We deden in de jaren negentig regelmatig mee aan het Hoogovens schaaktoernooi, dat was hét toernooi in Nederland, ook voor amateurs. Dat waren best pittige partijen, maar het leuke was dat je ook kon gaan kijken bij de grootmeesters en naar de zaaltjes kon gaan waar de analyses werden gegeven. Daar leer je heel veel van. Het schaaktoernooi tijdens Gay Games Amsterdam 1998 werd door Karin georganiseerd, ik deed mee en mocht de medailles uitreiken. Een geweldige week was dat. Daarna hebben we nog een paar keer meegedaan aan gay schaaktoernooien in het buitenland. Twee jaar geleden ben ik in m’n eentje naar de Eurogames in Kopenhagen gegaan en heb ik een medaille gewonnen, eindelijk.”

Mannen vinden het moeilijk om van een vrouw te verliezen
“Onlangs stond in de krant dat de Wereldschaakbond FIDE transvrouwen uitsluit van vrouwen-schaaktoernooien en dat transmannen die eerder als vrouw toernooien hebben gewonnen, die titels verliezen. Ik vind het sowieso een hele ingewikkelde discussie, transseksualiteit en de manier waarop sportbonden daarmee omgaan. Het is weinig inclusief en, op z’n zachts gezegd, discriminerend. De redenatie vind ik niet steekhoudend, want je wordt bij wedstrijden altijd ingedeeld op basis van je rating. En, weet je, het wereldkampioenschap is ver weg voor de meeste mensen, dus daar hoeven ze zich helemaal geen zorgen over te maken. Bij wat nu het Tata Steel schaaktoernooi heet, heb je helemaal geen aparte vrouwengroepen. Wel is het zo dat het niveau van vrouwen aanwijsbaar lager is dan dat van mannen, maar dat komt omdat het een sport is die van oudsher door mannen gedaan werd. Je ziet ook dat vrouwen, als ze van jongs af aan gestimuleerd worden, er net zo ver in kunnen komen. Ik vind het een hele merkwaardige zaak. Ik merk wel dat mannen het soms moeilijk vinden om tegen een vrouw te spelen. Niet bij de Gay Games, daar was het geen enkel probleem, maar wel bijvoorbeeld bij zo’n Hoogovenstoernooi. Daar zag je dat mannen er gespannen van werden, en ik weet nog dat wij tegen elkaar zeiden: nou, dat is prettig, dat is dan hun probleem en maakt de kans groter dat ze fouten gaan maken. Mannen vinden het moeilijk om van een vrouw te verliezen bij iets wat met intelligentie te maken heeft.”

Een schaakclub in het Roze Stadsdorp?
“Ik vind schaken nog steeds een leuke sport. Er is nu een Queer Schaakclub in West die een keer per maand speelt, maar op een voor mij lastige tijd. Als er in het Roze Stadsdorp een schaakclub zou starten, denk ik wel dat ik me daarbij aan zou sluiten.”