Hermy spermy, zo werd Herman Barlag soms door zijn kinderen genoemd.

In de jaren tachtig was het nog niet zo gebruikelijk om als homo vader te worden, dus dat hield hem ook niet bezig. Nu is hij 65, heeft een dochter en een zoon en inmiddels ook een kleindochter.

Alles was nieuw
Op tienjarige leeftijd wist hij al dat hij op mannen viel, maar hij kwam er pas op zijn 22e, in 1980, voor uit. Hij werkte in de gezondheidszorg, had ook privé zorgtaken en was druk bezig zijn leven in te richten.

Toen hij met zijn zorgwerk stopte, een lange relatie beëindigde en aan vervolgopleidingen begon, vroeg een oud-collega die een goede vriendin was geworden, hem om donor te zijn. Zij woonde inmiddels samen met een vrouw en zij hadden een kinderwens.
Herman was net bezig zijn veranderde leven opnieuw vorm te geven en nam bij zijn overwegingen de optie om eigen kinderen te krijgen mee. Hij kende geen homomannen in dezelfde situatie, dus alles was nieuw.

Geen strakke afspraken
Toen ze besloten ervoor te gaan moest eerst zijn zaad worden getest op hiv en vruchtbaarheid. Na enkele pogingen bij de dames thuis, lukte het de vriendin om zwanger te worden en in 1992 werd zoon Sam geboren. Tijdens de zwangerschap voelde hij meer afstand in de vriendschap omdat de dames heel erg een eigen nest aan het bouwen waren. Na de geboorte herstelde dit zich. Op basis van de vriendschap waren er geen strakke afspraken gemaakt. Wel was duidelijk dat Herman zijn kinderen niet zou erkennen, geen bemoeienis met de opvoeding zou hebben, maar wel betrokken zou zijn. De eerste keer dat hij zijn zoon zag voelde hij zich geen vader, maar was het wel een ‘weten’ en voelde het goed. Enige tijd later wilde ook de andere vrouw een kind van hem en in 1995 werd zijn dochter Tessel geboren.

In die tijd was het nog zo dat, als de moeder zou overlijden, het kind naar haar familie zou gaan. De andere moeder had dan geen enkel recht. Gelukkig is dit nu veel beter geregeld.

‘Kijk, ik heb ook een papa’
Herman is altijd heel erg betrokken geweest, paste veel op, haalde de kinderen van school, ging met hen naar zwemles, kookte voor ze. Hij kon kind met hen zijn, wat voor hem een helende werking had. Verstoppertje spelen, waarbij hij zich middenin een kast had verstopt en tot grote hilariteit door de vloer zakte. Lang opblijven, en als ze de moeders hoorden aankomen snel naar bed. Hermy noemde zij hem, soms Hermy spermy of gewoon Herman. Maar nooit papa. Toen hij zijn dochter een keer van school haalde zei zij trots: ‘Kijk, ik heb ook een papa.’ Vakanties werden geheel of soms gedeeltelijk samen doorgebracht.

Of hij getrouwd was
Eind jaren negentig werkte Herman als docent in het vmbo waar het toen onveilig was om uit de kast te komen. Omdat hij een kinderzitje op zijn fiets had vroegen de leerlingen of hij kinderen had. Ja, kon hij naar waarheid zeggen. De vraag of hij getrouwd was kon hij ook bevestigen omdat hij in die tijd getrouwd was met een Argentijn. En ook aan de vraag om foto’s van zijn kinderen kon hij voldoen. Zo was het plaatje voor de leerlingen rond, en duidelijk…dachten ze. Later ging hij werken als docent in het mbo. Hier geeft hij nog steeds les in diversiteit, burgerschap en ethiek. Het meer open karakter in dit onderwijs ligt hem goed. Persoonlijke verhalen komen aan bod, ook de niet zo traditionele waarbij hij goed ondersteuning kan bieden.

Blij
In 2021 werd zijn kleindochter geboren. Het contact met de moeders en kinderen is heel goed en ook in het leven van zijn kleinkind(eren) wil hij een rol spelen. Omdat hij niet zo standvastig is geweest met partners was het fijn dat de kinderen een stabiele basis hadden. Zij hebben met de vorm van het gezin nooit problemen gehad en vinden het nu juist leuk dat dit niet zo traditioneel is.

Binnenkort houdt het werkende leven voor Herman op en kan hij tijd maken voor alles wat hem interesseert, waaronder de schilderkunst en reizen. Terugkijkend is hij blij hoe alles is verlopen, dat de kinderen goed terecht zijn gekomen en hij een fijn contact met hen heeft. Het gay zijn heeft hem veel mogelijkheden geboden om zijn leven op een prettige manier vorm te geven.

Het Roze Stadsdorp kende Herman niet. Maar nu hij weet dat dit er is wil hij zich hier meer in verdiepen en in de toekomst misschien ook aan activiteiten deelnemen.