Franz (77) organiseert regelmatig fiets- en wandeltochten. Laatst plaatste hij de oproep ‘innerlijke rijkdom’ op de website Roze Stadsdorp Amsterdam. Dat wekte mijn nieuwsgierigheid. Ik zoek hem op in zijn kleurige en gezellige appartement in De Pijp, waar hij me over de reis naar die rijkdom vertelt. 

Gezichten
Opgegroeid in een half rooms-katholiek gezin - mijn moeder was gelovig, mijn vader was ‘niks’ – werd ik enthousiast van de geestelijke idealen van priesters. Op school was ik vanaf mijn elfde geboeid door de schoonheid van de gezichten van de andere jongens. Bij het reisbureau haalde ik mooie platen, die gaf ik aan de jongens die ik op dat moment het leukst vond.

Onkuisheid
Ik was 13, zat op het Sint Janscollege in Den Haag, toen ik met een groep jongens verstoppertje speelde. Ik was hem en vond een van de oudere jongens, met zijn lul uit zijn broek. Hij zei: ‘kom lekker naast me zitten’. Daarmee hield het verstoppertje spelen op. De andere jongens kwamen erbij en gingen met mijn lul in de weer. Het schoot niet op. Ze riepen ‘concentreer je dan!’, terwijl ik totaal niet snapte waarop. Het klaarkomen was niet fijn, de ervaring wel een schok. Ik probeerde de ervaring met andere jongetjes te herhalen. Er was een geheim ontstaan, want ik snapte dat dit onkuisheid was. In de biecht beloofde ik steeds het nooit meer te doen, maar daar hield ik me natuurlijk niet aan. Op een gegeven moment zei ik: ‘God heeft ook mij geschapen’. Op mijn 21e schreef ik aan kardinaal Alfrink, maar hij schreef terug: ‘Je mag het wel zijn, maar je mag het niet doen’. Toen was ik klaar met de kerk. Mijn ouders reageerden later wel rustig.

Eyeopener
Al gauw ontdekte ik de pisbakken, de parken en de bosjes. Ik was er zo goed als dagelijks te vinden. Tijdens een paar relaties van maximaal drie jaar deed ik dat niet. Ook in die relaties stond seks centraal. Er was geen diepgang. Een paar jaar later – ik was toen leraar Duits – attendeerde een leerling me op een boek van Erich Fromm. Dat bleek de eyeopener.

Fromm zei dat liefde voor één persoon een neurotische verhouding is, maar dat échte liefde voor de hele mensheid is. Ik besloot alles van hem te lezen. In een boekhandeltje vond ik een inspirerend boek van een priester die naar Auroville in India was verhuisd, een stad die als voorbeeld voor wereldvrede en liefde moest dienen. Ook las ik boeken van godsdienstpsycholoog Han Fortmann die schreef dat we in het westen uiterlijke rijkdom hadden ontwikkeld, terwijl in Azië de focus op innerlijke rijkdom lag. Dat was precies wat ik miste.

De reis en de muur
Ik was 28 en vertrok naar Azië, over land, in mijn eentje. De mensen die ik onderweg ontmoette waren meer ontspannen, dichter bij elkaar. Al werd het natuurlijk wel geschonden, de sfeer ‘leven in liefde en leven voor God’ was voelbaar.  Na drie maanden was ik in de woestijn bij een Romeinse ruïne, bij volle maan, bij Palmyra. Daar voelde ik dat een muur – waar ik me niet van bewust was geweest - om me heen wegviel en dat ik verbonden was met alle mensen. Het was alsof ik niet meer met mijn zintuigen de wereld waarnam, maar dat ik met mijn hele zijn met de wereld verbonden was.

Na een half jaar kwam ik in Amritsar, de heilige stad van de Sikhs, met de gouden tempel. Ik zag mensen die zachtheid en liefde uitstraalden. Ik was onder de indruk van de schoonheid van de mensen, de natuur en cultuur, maar besefte dat ik op zoek was naar wat áchter die schoonheid lag, de diepgang van de wereld achter de fysieke wereld. Ik realiseerde me ineens dat ik gedurende de hele reis niet aan seks had gedacht.

Meditatie
Via een schooldirecteur kwam ik bij Goenka die Vipassana-meditatie onderwees. Tien dagen lang niet praten, elkaar niet aankijken, niet schrijven, niet lezen, alleen tien uur per dag mediteren: je ademhaling proberen te voelen in je neus en op je bovenlip. Op de 4e dag voelde dat hele gebied als vibraties. Daarna moesten we ons hele lichaam proberen te voelen en op dag 10 voelde mijn hele lichaam als vibraties. Het voelde alsof ik in mijn innerlijk was beland, mijn innerlijk dat het innerlijk is van alles. De uiteindelijke werkelijkheid is de eenheid van alles. Die beleving is de grootste innerlijke rijkdom die je je kunt voorstellen. Ik had mijn ziel terug. Zo voelde het. Niks om me heen kon mijn innerlijke vrede raken.

Splitsing
Terug in Nederland liet ik Den Haag achter me, ik ging in de Bijlmer wonen. Iedere ochtend en avond mediteerde ik een uur. Maar mijn seksuele verlangens waren weer wakker geworden. Er ontstond een strijd in me tussen mijn geilheid en mijn verlangen het contact met mijn ziel te bewaren en nog te verdiepen. Een oud-leerling die altijd verliefd op me bleek te zijn geweest zette ik de deur uit omdat hij de vleesgeworden verleiding was. Maar vervolgens zocht ik die pisbakken weer op. Ik was uiteengevallen in een verlangen naar geilheid en heilig worden. De strijd tussen die twee tegengestelde neigingen kostte al mijn energie.

Verbinding
In een poging mezelf te begrijpen ging ik psychologie studeren, later andragologie, maar die brachten me geen steek verder. Dat lukte pas toen ik in contact kwam met de ontdekkingen van Einstein en de kwantumfysica, de theoretische onderbouwing van de kosmos als eenheid van energie. Op basis hiervan heb ik vrede met mijzelf kunnen sluiten. In het boek dat ik nu schrijf koppel ik mijn beleving aan die fysica. We beleven alleen de buitenkant van onszelf en de wereld. Mijn doel is een theorie te ontwerpen die mensen helpt zich weer op innerlijke rijkdom te richten. Ik zou het geweldig vinden als er iemand is die dit echt begrijpt! Ik heb zo’n man helaas nog niet gevonden.