Maidentrip
In bus 62 op weg naar Amsterdam Zuid beraadde ik mij op het spannende dat komen ging. Voor het eerst en in mijn wilde eentje zou ik namelijk een schrijver interviewen! Eric de Rooij. Vlakbij de halte van uitstap was een bloemenkraam. Daar kocht ik  een bosje roze tulpen. Dan had ik in ieder geval iets in handen. Het was nu of nooit. Ik belde aan. 

Ha! Plaatjes!
Eric deed open en liet mij binnen. We liepen zijn werkkamer in en ik keek rond om een indruk te krijgen. Links langs de lange kant een Chinese muur van boeken. Maar wat hing aan de zijkant?  Een hele muur vol ingelijste prenten. Met afbeeldingen van wat? Eén prent sprong er voor mij direct uit. Een klassieke blonde  jonge held in tunica en met een lauwerkrans en een donkere oosters ogende jonge god met ontbloot bovenlijf.  Dat bleken te zijn: Alex  (verwijzing naar Alexander de Grote?) en Enak, de helden uit  De Gouden Sfinx, een strip uit de jaren vijftig. ‘Je houdt van strips! ‘, riep ik verheugd. Alsof een schrijver, een man van het woord, dat niet zou mogen. De eerste klap was een daalder waard. Meteen in de roos. Voor Eric betekenden en betekenen strips nog steeds alles. Voor hij, als vierjarige, letters kon ontcijferen, vond hij strips een mooie vorm van lezen. Leuke plaatjes die een heel spannend verhaal vertelden. Toen hij Alex en Enak voor het eerst in handen kreeg, bekroop hem een gevoel van grote opwinding. De kameraadschap van die twee sprak zeer tot zijn verbeelding. Zijn (toen nog) onbestemde verlangen naar warme kameraadschap heeft volgens hem een grote rol in zijn ontwikkeling gespeeld.

Dansen op de vulkaan
Ik kreeg thee, met stroopwafels, en daarna vroeg ik hem hoe zijn jeugd verder was verlopen.

Eric, geboren in 1965 te Hilversum, viel als tiener en opgroeiende jongeman in de jaren tachtig middenin het losbarsten van de aids-epidemie.

In zijn woorden: ‘Seksueel ontwaken bij een dodelijk virus voelde voor mij  heel bedreigend. Het betekende voor mij letterlijk dansen op de vulkaan’. Het onbestemde verlangen uit zijn kindertijd naar een kameraad, of misschien meer dan dat en verder dan vriendschap, bleef onvervuld. Maar verlangen is hij wel altijd blijven voelen, door dik en dun. ‘Naar vriendschap zulk een mateloos verlangen’ van Jacob Israel de Haan lijkt hem op het lijf geschreven.

Bedrijven en schrijven
Later heeft hij wel seks met mannen gekregen.  Hoe beleefde hij dat, als ik dat mocht vragen? Daarop wilde hij wel antwoord geven. ‘Seks en gevoelsmatige beleving zijn voor mij niet gescheiden maar houden verband met elkaar’. Ik was wat verrast. Voor mij klonk dit ongewoon uit de mond van een (homo)man. Hoe zat het dan met die wilde Grindr seks uit zijn laatst gepubliceerde boek Nul meter afstand (2024) ? Kwam die uit zijn eigen koker? Het was zo beeldend geschreven, dat je er als lezer letterlijk met je neus bovenop stond. Zijn antwoord was dat je een schrijver niet zo maar klakkeloos op de personages en de beschreven gebeurtenissen kunt plakken. Bedrijven en schrijven zijn verschillende gebieden.

Als jongen had hij al een enorme leeshonger en die is gebleven. Bovendien was en is hij enorm nieuwsgierig van aard. Eric is van vele markten thuis. Op allerlei gebieden heeft hij geschreven en gepubliceerd. Jeugdliteratuur, Poëzie, Geschiedenis. In 2020 verschijnt zijn eerste roman ‘Wensvader’. Homoroman? Nee hoor, gewoon roman. Ik beschouw mezelf als schrijver en niet als homoschrijver. Een antwoord dat klinkt als een klok en aangeeft hoe serieus Eric zijn ambacht opvat.  

Twee bureau’s
Naast het feest der herkenning van de strips viel mij nog iets op. ‘Je bent een net mens’, zei ik met eerbied. De boeken stonden keurig gerangschikt in de muurlange kast. Zo net vond hij zichzelf nou ook weer niet. Maar iets wat hem wel zijn leven lang geholpen heeft was discipline. Vroeg uit de veren en aan het werk. En waaraan vinden al het schrijfwerk en onderzoek plaats?
Dat is een herenjoekel van een bureau. Aan de achterkant boeken, aan de rechterzijde geflankeerd door afbeeldingen van zijn favoriete strips. Schuin aan de overkant staat op elegante pootjes een dames-secretaire.
Het is een geschenk van de weduwnaar van de in 2001 overleden dichter en dagboekschrijver Hans Warren.
Ongetwijfeld gaat dit erfstuk hem inspireren bij het schrijven van zijn volgende boek.

Uitsmijter
We wisselen films, series en muziek uit. Wat was dat nummer ook weer dat te horen was in de serie It’s a sin over het aidstijdperk in de Londense gay scene? Eric blijkt een grote fan te zijn van hoofdrolspeler Ritchie (Ollie Alexander). En dat nummer moet opgezocht op de mobiel en wel NU.  Bij de eerste klanken roep ik uit ‘Ooo, daar heb ik vroeger eindeloos op gedanst in het COC’. Hij ook trouwen. En daar komt het nummer!  It’s a sin van The Petshop Boys. Generaties vinden elkaar op de dansvloer: hij toen rond 20 en ik rond 40!  Nu rond 50 en 70

Geen beter einde voor een prettig gesprek onder gevoelsgenoten.

Boeiende en nuttige informatie over en door hemzelf  is te vinden op zijn eigen website. Zeer aanbevelenswaardig. www.ericderooij.com

en voor meer informatie zie activiteiten pagina Literaire Salon.