Kopje op of kopje onder
Mannen Baaah, Roomtaartjes Hmmmmm. Een uitspraak uit mijn jeugd, die ik volmondig onderschreef. Toen ik in 1966 vanuit mijn geboorteplaats Rotterdam mijn intrede deed in Amsterdam om Nederlands te gaan studeren, plonsde ik pardoes in de Tweede Feministische Golf en Paarse September. Nu stam ik uit een benard, kakkineus Rotterdams milieu en wilde ik maar een ding: vrijheid en nooooooit meer clubjes en kliekjes. Was dat even flippen! Nieuwe kliekjes, nieuwe doelen maar een identieke pietluttige ballotage. Toen heb ik in droeve ervaring moeten leren dat ik geen enkel talent heb, of wens te ontwikkelen, voor -isme’s, ongeacht hun inhoud. Ze zijn me domweg te -issig.
Het zal rond 1980 zijn geweest dat mijn zevenjarige achterneef mij zijn indeling van de mensheid toevertrouwde. Die was volgens hem verdeeld in Mensen, Kinderen en Stomme Rotjongens. Mannen en vrouwen? Niet van toepassing! Samen met het mannen- en vrouwenprobleem, simpelweg van de kaart geveegd. In mijn oren klonk dit te leuk voor woorden. Een frisse benadering van het fenomeen mensdom.
Terug naar het Paradijs!?
Dat zou je bijna hopen, maar de Bijbelse geschiedenis biedt een heel ander beeld. Het paradijs was een vluchtige idylle en bleek niet duurzaam, zo lezen wij het in Genesis. Adam en Eva snoepten van de verboden vrucht en hebben daarmee hun paradijselijke status te grabbel gegooid. Sindsdien zijn wij mensen van Godswege opgescheept met de erfzonde. De bokken oftewel de mannen werden gescheiden van de schapen oftewel de vrouwen. Weg met de onschuld en de naaktloperij, het vijgenblad rukte op om de schaamte te bedekken. Als smaakmakers werden toegevoegd de heteronorm met de familie Doorsnee als hoeksteen van de samenleving. En om het nog even op de spits te drijven staken Freud&Co hun beladen neus erin. Sedert mensenheugenis zitten we met de gebakken peren. Want mannen zijn nu eenmaal mannelijk, om man en paard maar direct bij de naam te noemen. En vrouwen zijn vrouwelijk, maar dat laat ik buiten beschouwing. Alsof het niet al ingewikkeld genoeg is om mens te zijn.
Man Mannig Mans
Mannelijk. Wat wordt daar nu eigenlijk onder verstaan? En mag ik mij daar als kat in een vreemd pakhuis tussen de katers wel over uitlaten? Ik heb mij vermand: resoluut het onderwerp bij de horens gevat. Het woordenboek onder het kopje mannelijk biedt uitkomst. Ik tref een heleboel eigenschappen die aan (het mannelijk geslacht) de penis opgehangen worden. Sterk, wilskrachtig, doelgericht, beheerst, moedig, recht door zee, machtig, gezag hebbend, geboren leider, … , kortom een haantje de voorste met ingebakken balgevoel.
Waar, o waar, vind ik in deze dodelijk brave en tot geeuwens toe saaie opsomming de mannen, die ik ben tegengekomen, tegenkom en hopelijk zal blijven tegenkomen? Waar zijn mijn Aardige, Goed Verkeerde, Homo, Bi, In Betweenies, Zo en wel Daarom, Queer, Flikkers, Transen, Fluids en andere vrienden en gevoelsgenoten uit de Gay Salad? Alsof er een sjabloon voor mannelijkheid bestaat! Al jaar en dag loop ik mannen tegen het lijf die godzijdank nergens in- of bijpassen, die onverstoorbaar hun volstrekt individuele, ongevraagde, goddelijke gang gaan. Ze wagen zich naast goed gesneden pantalons, kekke gilets, kilts en andere herenkleding van diverse snit, bijvoorbeeld aan een little black dress, avondjurken, leggings en jeggings, lak, rubber en leer, alternatieve couture, kortom alles wat een goed voorziene garderobe te bieden heeft. Kleren maken de man! Juist. En dat is wel wat meer dan afzakkende jeans met bouwvakkersdecolleté of een afritsbroek!
Tegengats en tegendraads
Maar mocht je je niet zo thuis voelen bij al die ferme jongens, stoere knapen? Heb je het dan verbruid en word je tot onmannelijke man gebombardeerd. Word je uitgesloten van de kerelsclub en moet je daarom geroyeerd worden ondanks je overduidelijke lidmaatschap? Wat een beperktheid! Daar zakt mijn broek nou van af. Geef mij maar de Mietjes, de Jeannetten, de Nancy’s, die Schwulen, Tantes et Tantouzes, Finocchio’s en Maricons, anytime of the year!
Nu is Queer weer en vogue, wat vroeger van de Verkeerde Kant heette. En mijn jongeherenvrienden van tegenwoordig combineren onverbloemd oorbellen en parelkettinkjes met snorren en baarden. Prachtige (en soms behaarde, ja ja!) benen met killer heels die zo de catwalk op kunnen. Het regenboog manvolk keert terug naar de 17e en de 18e eeuw waarin met geld en stand begenadigde heren paradijsvogels waren, en als pauwen te pronk liepen.
Toen in Europa tijdens de 19e eeuw de kleur zwart toesloeg en iedere man er uitzag als een on-humoristische pinguïn, is het niet meer goed gekomen met de regenboog in de mannenmode. Nog steeds beheersen in de gangbare herenconfectie bruin, blauw, grijs en beige het modepalet naast - ozoooo gewaagd - een roze overhemd met Jort Kelderse bretels.
Een pot nat
En waar blijven de Heterosexuele heren die ‘zogenaamd wel deugen’? Ik word altijd achterdochtig van het woord ‘deugen’. Daar hangt een Hollands domineesluchtje aan. Blijven die lekker doorgeprakt in de Hetero-Hutspot? Of flamberen ze mee met de feministische Omelette Siberienne? Jongens toch! Als ik in jullie schoenen stond zou ik lekker mee borrelen in de Lettersoep. LHBTQIA+! Ja, die soep met de lange naam. Ik zie de opwinding in de keuken van het bestaan al voor me! “Let op alle letters. Nieuwe H, de Heetjes gaan meedoen. Nee, heel wat anders dan de Hootjes, dat is basisbouillon. De HETERO’S! Weer heel andere ballen!” Die soep wordt met een klap een wereldgerecht.
Mannen aller landen, standen, kleuren, voorkeuren, aarden en geaardheden, genders en genderbenders, leeftijden en seizoenen, arm of (graag ook) rijk, verenigt U. Met en tussen ons allen. Betoont U in de ware zin des woords mannenbroeders!
In Liefde Bloeyend
In de Leidse Hortus Botanicus bevindt zich onder de planten de zogenaamde reuze Amorphophallus, die eens in de twee jaar in bloei staat. In de volksmond de Penislelie geheten. Voor een ding zij gewaarschuwd: de geur is ietwat penetrant. Laat ons in grote dankbaarheid een tweejaarlijkse pelgrimage organiseren naar de Hortus in Leiden. Om in sprakeloze verwondering dit reuze geschenk van Moeder Natuur in ogenschouw te nemen. Moge hij of zij voor immer floreren. Want - o mirakel - in de Nederlandse taal is het woord lelie zowel mannelijk als vrouwelijk van geslacht.