Ik vond het daar mooi, goedkoop en zonnig. En dan die azuurblauwe zee! Dus verkocht ik mijn huis, nam wat taallessen, kocht een huis in Spanje. En een reisgidsje met 'de meest gebruikte uitdrukkingen in het Spaans'.
Ik heb een talenknobbel. Als negenjarig jochie sprak ik al Engels, had het alleen van luisteren geleerd. Op mijn veertiende sprak ik Duits, ook weer alleen door naar Duitsers te luisteren. Na lang wonen in Engeland was Engels mijn eerste taal geworden. Engelse mensen dachten dat ik van Yorkshire kwam, maar nooit van Nederland.
Dus ik héb een talenknobbel. Als je ouder wordt slijten er een heleboel dingen, zo ook die knobbel. Maar dat wist ik niet.
Spanjaarden vinden het fijn dat je Spaans probeert te praten, maar nóg fijner als ze hun Engels kunnen oefenen. Dus dan krijg je de bizarre situatie dat je Spaans praat - nou ja, voor zover mogelijk - en je een Engels antwoord krijgt. Dat gebeurde altijd en overal – in een winkel, op straat, een politiebureau. Over het algemeen slecht en moeilijk te ontwarren Engels, het was vaak onbegrijpelijk waar ze het over hebben. Zo leerden zij veel van mij en ik nada van hen.
Ik begon met dure taallessen, in juli 2001. Een stoere leraar gaf mij les. Als ik zijn Spaans niet begreep zei hij het in het Engels. Nóg onbegrijpelijker. Hij gaf zelfs het Spaans helemaal op om mij in zijn Engels de Spaanse werkwoordvervoegingen uit te leggen. In het Spaans en voor Spanjaarden zijn die al moeilijk. Voor een buitenlander met een érg versleten talenknobbel was zijn uitleg helemaal gobbledigook. Toen 9/11 gebeurde was hij zó opgewonden dat hij over al zijn woorden viel en ik pas thuis, twee uur later, op de BBC te zien kreeg waar hij het over had gehad.
Hoe ik ook mijn best deed, na 20 jaar gaf ik het op. Oud, en met een restje talenknobbel, keerde ik terug naar Nederland. Gelukkig was er nog net genoeg knobbel over, zodat ik mijn Nederlands weer kon ophalen.