Een nieuwe Rubriek
De Leesclub ontstond na een oproep in de Flamingo, nu twee jaar geleden. We zijn een gezelschap van zes vrouwen en mannen, met verschillende leeftijden en achtergronden. Corona hebben we overleefd via Zoom. Wat ons bindt is liefde voor boeken en (sub)cultuur in het algemeen. Wat we lezen wordt in onderling overleg vastgesteld, zonder ons beperkingen op te leggen: romans, gedichten, geschiedenis, (auto)biografieën - alles kan, doorgaans wel met een roze rand. Idealiter komen we eens per zes weken bijeen bij iemand thuis. Eén lid bereidt het boek voor met een samenvatting en meer achtergrondinformatie. Daarna volgt een rondje ‘wat vond je ervan’. Niet altijd komt iedereen aan haar/zijn beurt toe, omdat we zoveel anders naast boeken te bespreken hebben. Dan is de avond vaak al grotendeels voorbij mede dankzij spraakwater, hapjes en humor, veel humor.
Voor deze nieuwe rubriek in de Flamingo is de Leesclubleden gevraagd bij toerbeurt een van de gelezen boeken te bespreken. Bij deze de eerste!
Boekentip nummer 1 ‘Boven is het stil’ van Gerbrand Bakker door Johan Meester “Als AI-taalmodel kan ik geen persoonlijke ervaringen en gevoelens hebben, maar ik kan wel een recensie schrijven op basis van de informatie die beschikbaar is. Hierbij mijn recensie van ‘Boven is het stil’ van Gerbrand Bakker.” Zo begint de recensie die ik ChatGTP - ik dacht slim te zijn - liet schrijven over dit boek. Een romanrecensie zonder gevoelens? Zo wordt het nooit wat en dus doe ik het zelf wel. Want deze roman spat uiteen van de gevoelens en emoties! Niet dat die bombastisch worden geuit, niet dat ik bij elke pagina in snotteren uitbarst, maar heel stil, heel ingetogen, met geen woord te veel. Bepalend in de roman is verlies, verlies van vooral de tweelingbroer, maar ook van de moeder, van de knecht, van de studie in Amsterdam. Sinds de vroege dood van zijn tweelingbroer Henk heeft de tijd voor de ik-figuur, Helmer, stilgestaan. Hij doet zijn werk op de boerderij mechanisch, elke dag is hetzelfde, ‘ik liet de dingen altijd maar gewoon gebeuren’ en dit alles vreugdeloos en plichtmatig. Dertig jaar lang onder het bewind van zijn vader, een harde autoritaire man, die meer van Henk gehouden heeft dan van Helmer. Maar er komen scheurtjes: vader is bedlegerig en de eerste zin van het boek is: ‘Ik heb vader naar boven gedaan.’ Helmer begint het huis op zijn vader te veroveren: het oude meubilair gaat weg, er wordt geschilderd en een nieuw bed gekocht. De komst van de voormalige vriendin van zijn tweelingbroer, brengt een stroomversnelling teweeg: haar zoon, die eveneens Henk heet, komt een aantal maanden op de boerderij helpen. Door hem wordt er een tv aangeschaft, worden wijn en chips gekocht. Er komt weer leven in huis. De vader van Helmer besluit dat hij wil sterven en stopt met eten. Helmer verdrinkt bijna en wordt gered door Henk de zoon. De oude knecht duikt weer op. Na vaders dood worden de koeien en schapen verkocht. Helmer gaat op reis naar Denemarken met de oude knecht. Bepalend is de hartverscheurende desolaatheid die Helmer voelt na de dood van zijn tweelingbroer: hij is de helft, en niet meer één, hoewel dat al is ingezet wanneer zijn broer verkering krijgt, ‘we waren twee jongens met één lijf’. Met weinig woorden en aanvankelijk weinig emoties ontluikt het verhaal van Helmer met mooie observaties van vogels en van het lege lage landschap van Waterland. Een bonte kraai zit op een essentak voor het huis: hij observeert, gaat weg, komt weer terug en belet Henk de zoon zelfs het weggaan. En dan is er nog een homo-erotische spanning in het boek te bespeuren die zich richt op een kanoër, de melkrijder, de knecht, Henk de tweelingbroer en Henk de zoon. Maar deze blijft broeierig aanwezig, onuitgesproken. In het boek schrijft Helmer een gedicht van Guillaume van der Gragt over en geeft dat aan zijn vader. Pas als die gestorven is weet hij dat hij het heeft gelezen:
verlangen & najagen Waarom zie ik aldoor toch Soms zie ik mijzelf Hoewel je jong bent en mooi,
Bakker-fans kunnen zijn Blog volgen: http://gerbrandbakker.wordpress.com
|