Amsterdam 21 januari 1947 – Amsterdam 16 januari 2023

Het was de avond van 15 januari 2023 en ik had Marjon de Klijn nog een appje gestuurd. De volgende dag zou ze een zware heupoperatie krijgen die 3,5 uur zou duren. ‘Oh what a fun we have’, had Marjon eerder geappt.

De laatste maanden voor haar dood had ik weer intensief contact met Marjon. We hadden ooit in een roze leesgroep gezeten, waar we beiden tegelijkertijd uitgestapt waren. De onderlinge amoureuze verwikkelingen en de dito drama’s hadden we bestempeld als ‘typisch vrouwengedoe’. Toen ik haar grinnikend aan onze niet correcte, seksistische opmerking herinnerde, zei Marjon verontwaardigd: ‘Maar dat was toch ook zo!’ Marjon was recht voor haar raap.

‘Mag ik jou interviewen’, vroeg ik haar tijdens het jubileumfeest van het Roze Stadsdorp.  Ik was net begonnen aan een podcastserie met interviews met Rozestadsdorpers. ‘Natuurlijk schat’, riep Marjon uit. Nou zo natuurlijk was dat niet. Mannen zeiden meteen ja, maar vrouwen....

Niet lang daarna zat ik aan de vertrouwde tafel in haar benedenhuis in de Frans Halsstraat. Ik had mijn microfoon nog niet meegenomen, hoewel ik wist dat Marjon longkanker had. Maar Marjon hoopte dat ze nog wel even te leven had.

Marjon was Joods en van na de oorlog. De familie van haar ouders waren allemaal vermoord. Met één uitzondering: een tante en neef Max Arian, die toen en later een belangrijke rol in haar leven zou spelen. De oorlog was dan wel voorbij en haar ouders gespaard, toch ging het gaandeweg steeds slechter met haar moeder. Ze ging aan depressies lijden en stapte uiteindelijk uit het leven. Met haar vader ontwikkelde Marjon een sterke band. In tegenstelling tot haar moeder die een hang naar drama en sentimentaliteit had, was haar vader een nuchtere man, die na de oorlog zijn leven snel weer oppakte. Met tweedehands fietsen stond hij op het Waterlooplein. Marjon assisteerde hem een tijdje daarbij. Een prima leerschool voor gevatte antwoorden.

Neef Max Arian vertelde op de herdenkingsdienst in theater Desmet dat Marjon als kind een vrolijk, energiek en ondernemend opdondertje was. Klein zou ze altijd blijven. Als jongen mocht Max doorleren, maar vader de Klijn zag niets in studeren en zeker niet voor een meisje. Pas later haalde Marjon alsnog haar middelbareschooldiploma en ging Nederlands studeren om daarna een geliefde docent te worden, eerst aan Joke Smitschool en daarna aan het ROC Amsterdam.  

Hoewel Marjon sympathiseerde met de Provo’s, vrijgevochten was en al jong wist dat ze op meisjes viel, belandde ze toch in het huwelijksbootje. Was het om aan de verwachtingen van haar vader te voldoen? Het huwelijk werd uiteraard geen succes.

Daarna begon haar roze leven. Tijdens de Gay Games in 1998 was ze voorzitter van Sjalhomo, de Nederlandse organisatie voor Joodse homoseksuele mannen en vrouwen. Hoogtepunt was de sjabbatmaaltijd voor meer dan honderd personen. En de wandelingen door de Joodse buurt die ze had georganiseerd. Dat ze een uitstekende verteller was, ervoeren ook de leden van het Roze Stadsdorp Zuid en Oost toen ze hun een rondleiding door de grote en kleine synagoge gaf. Marjon was ook een van de oprichtsters van Pink Dance en in café Zilver stelde zij de nieuwe bezoekers allerhartelijks op hun gemak.   

Marjon deed ontzettend veel vrijwilligerswerk: van het Verzetsmuseum tot allerlei Joodse organisaties als het Joods Verzet - haar vader was een Joodse verzetsstrijder, het Auschwitz Comité, het Joods Museum en de Stichting Vriendenkring Mauthausen waarvan ze voorzitter was. Van de republiek Oostenrijk kreeg ze in 2018 het Gouden Ereteken uitgereikt voor het in leven houden van de herinnering aan het vernietigingskamp Mauthausen. En toen koning Willem-Alexander in 2022 op staatsbezoek naar Oostenrijk ging, was ze aanwezig bij de kranslegging bij het monument ter nagedachtenis van de vermoorde kinderen, vrouwen en mannen in Wenen. Bij die gelegenheid gaf ze niet alleen Willem-Alexander een hand, maar ging ook samen met hem op de foto. ‘Mijn vader zou daar vreselijk trots op zijn geweest’, vertelde ze.

Omdat Marjon nog allerlei onderzoeken moest ondergaan in het kader van haar immunologietherapie, stelden we het echte interview nog even uit tot in januari. Maar het liep anders. Eerst kwam ze met een embolie in het ziekenhuis terecht en daarna brak ze voor de tweede keer haar heup. Dus moest er een operatie komen. Van jongs af aan had Marjon al osteoporose. Als kind brak ze voortdurend iets en er was een ding wat haar stoere, nuchtere vader niet kon verdragen: haar gehuil. Flink zijn, sterk zijn, alles weglachen, zo kende ik Marjon. Dus ik was verbaasd toen Marjon mij vanuit het ziekenhuis appte: ‘Ik ben bang voor de operatie.’ ‘Ja, ik ben altijd veel te sterk geweest’, zei ze toen ik haar in het OLVG-West bezocht.

Er was nog iets waar Marjon moeite mee had. Ze gaf liever dan dat ze ontving. Want hoe zat het eigenlijk met de liefde? Die vijftien jaar dat ik haar kende, refereerde ze soms terloops aan haar grote liefde, Charlotte. En ook de middag dat ik in de Frans Halsstraat op bezoek was, kwam Charlotte weer ter sprake. ‘Ik vind het heel moeilijk als mensen echt dichtbij komen en lief voor mij zijn.’ En toch, die laatste weken in het ziekenhuis had ik het gevoel dat wij dichterbij mochten komen. Dat ze in staat was om de liefde en warmte die veel mensen voor haar hadden ook echt te ontvangen.

Ik appte haar nog die laatste avond en vroeg hoe ze zich voelde.  ‘Rustig’, appte ze terug. Die volgende dag slaagde de operatie. Maar terwijl haar familie, Max, zijn vrouw en kinderen, bij haar waren, hield dat grote hart van Marjon ermee op.

Reacties kunnen gestuurd worden naar Marjons neef Jeroen Arian