Deel 3 van een drieluik: Anton Koolwijk

Woonzorgcentrum De Rietvinck in de Vinkenstraat ontleent zijn naam niet aan een vogel, maar aan een herberg die hier in de 16e eeuw gesitueerd was. Een herberg is van oudsher een plek met een kleurrijk publiek. Dat geldt ook voor de huidige Rietvinck waar de regenboogvlag hoog in het vaandel staat.

In het laatste deel van de drieluik over organisatoren van roze activiteiten in De Rietvinck aandacht voor Anton Koolwijk. Hij is humanistisch geestelijk verzorger bij Amstelring, de koepelorganisatie waaronder De Rietvinck ressorteert. Anton is ook werkzaam in woonzorgcentrum Het Schouw in Amsterdam-Nieuwendam. Hij spant zich al vele jaren in voor de acceptatie van oudere LHBTIQ+ ers. Mede dank zij Anton was De Rietvinck de eerste zorginstelling die het predicaat Roze Loper kreeg.

Belweek
In 2006 werd een “belweek” gehouden waarin LHBTIQ+ ouderen opgeroepen werden telefonisch hun ervaringen te delen. Vele reacties uit het hele land zijn vastgelegd in wat het Groenboek belweek roze ouderen ging heten. Daarin werd geconcludeerd dat bij roze ouderen de kans op sociaal isolement groot is. Familiestructuren zijn minder vanzelfsprekend, kinderen ontbreken vaak. Bovendien bleken deze senioren niet de ruimte te voelen uit te komen voor hun geaardheid binnen de zorginstellingen waar zij woonden. Soms kropen zij dan terug in de kast.

Onzichtbaar zichtbaar maken
De presentatie van het Groenboek in 2007 was voor Anton aanleiding zich te gaan inzetten voor het welzijn van roze senioren.
“Samen met andere roze zorgprofessionals vormde ik een werkgroep om de behoeften van LHBTIQ+ ouderen in kaart te brengen. Die bleken eigenlijk simpel: begrip- en respectvolle steun, mogelijkheden voor ontmoeting/activiteiten en - als je in een verpleeghuis woont- je vrij, veilig en geaccepteerd voelen. Alle zorgorganisaties vonden zichzelf homovriendelijk. Maar onduidelijk was hoe zij dat in de praktijk gestalte gaven. Het thema homoseksualiteit kwam nergens voor in een activiteiten- of scholingsprogramma. Deze organisaties en ook de Gemeente Amsterdam hadden geen idee hoeveel LHBTIQ+ ers van zestig jaar en ouder in de stad woonden. Wij becijferden dat aantal toen op zo’n 7000, meer dan destijds het aantal senioren met Turkse en Marokkaanse wortels bij elkaar. Alle reden dus om in actie te komen. De werkgroep besloot te proberen de onzichtbare groep roze senioren beleidsmatig zichtbaar te maken. Woonzorgcentra maken deel uit van de maatschappij en dus is aandacht voor seksuele diversiteit ook daar belangrijk. In 2008 organiseerde de werkgroep voor de eerste keer zeven activiteiten onder de noemer Grey Pride. Een groot succes dat veel publiciteit genereerde. Daardoor ontstond in bredere kring voor het eerst aandacht voor oudere LHBTIQ+ ers.

Verbinding
Natuurlijk bracht Anton zijn pleidooi voor de positie van roze senioren ook onder de aandacht van zijn werkgever. Met steun van de toenmalige Raad van Bestuur van (Osira) Amstelring en Eric van de Burg, in die tijd directeur van De Rietvinck (en later wethouder van Amsterdam), werd seksuele diversiteit aandachtsgebied binnen het beleid.
Toen De Rietvinck -na een grondige renovatie- in 2009 werd heropend, kreeg Anton het verzoek er een homovriendelijk woonzorg- en ontmoetingscentrum van te maken. Er werd met Annette een format bedacht voor een OudRoze Nieuwsbrief, een maandelijks Café Rosé met optredens en een wekelijkse Roze Salon voor informatie en gesprekken. Een nauwe samenwerking vond plaats met het COC Amsterdam en andere lokale roze organisaties en professionals. Later richtten vrijwilligers nog een roze damessalon, een roze leesclub en een roze filmclub op.
“Het bleek fijn voor oudere LHBTIQ+ ers om onder elkaar te zijn”, vertelt Anton. “Een plek voor ontmoeting met gelijkgestemden. Voor plezier, maar ook om met elkaar in gesprek te gaan, herinneringen op te halen, over elkaars levensloop te praten. Dat geeft verbinding. De activiteiten waren bij de start meteen een succes. In het hele land en ook daarbuiten was er veel mediabelangstelling voor de initiatieven. Dat leidde tot werkbezoeken vanuit binnen- en buitenland. En tot navolging!”
De Rietvinck ontving in 2010 als eerste huis het predicaat Roze Loper: het kwaliteitskeurmerk voor instellingen die voldoende aandacht geven aan seksuele diversiteit. Instellingen kunnen er zelf voor kiezen of ze daarop worden getoetst. Dat gebeurt door onafhankelijke bureaus, zoals het instituut Certificering in de Zorg. Inmiddels zijn er in ons land honderden zorgcentra met dit keurmerk.

Senior Pride
Een van de roze evenementen die Anton nog steeds mede organiseert, is de jaarlijkse Senior Pride, de voortzetting van de in 2008 gestarte Grey Pride. Met elk jaar zeker 60 activiteiten in Amsterdamse verpleeghuizen. Anton is er - terecht - trots op: “Door seksuele diversiteit zichtbaar te maken via dans, muziek, travestie, film, tentoonstellingen, versieringen, roze bingo, themagesprekken, kerkvieringen en roze maaltijden komt het gesprek over diversiteit en verdraagzaamheid op gang. Kwetsbare LHBTIQ+ ers die zorgafhankelijk zijn, voelen zich daardoor enorm gesteund”.

Wie is bij jullie de man?
Op zijn eigen homoseksualiteit heeft Anton nooit negatieve reacties gekregen. “Misschien omdat ik als geestelijk verzorger een bepaalde positie heb. Toen ik net uit de kast was, vroeg een honderdjarige onderwijzeres mij: ‘Heb je een vrouw? Nee, ik heb een vriend, antwoordde ik. Toen vroeg ze: wie is bij jullie dan de man? Waarop ik zei: dat is bij ons week op en week af’. Ze begon te lachen en begreep dat ze eigenlijk een rare vraag had gesteld. Voor mij is het al lang belangrijk om heel open te zijn. Dat bevordert de tolerantie”.

Humanisme
Anton groeide in de zestiger en zeventiger jaren van de vorige eeuw op in Zeeland. Vanaf zijn twaalfde voelde hij zich aangetrokken tot jongens. “Ik dacht eerst dat ik misschien bang was voor meisjes. Ik wist niets van homoseksualiteit. Ik kende alleen Albert Mol en Mister Humphries van de televisieserie Wordt u al geholpen. Om hun nichterigheid werd gelachen. Ik voelde mij daar ongemakkelijk bij, want zo was ik niet. Ik had het gevoel dat er bij mij iets niet klopte. Maar ik durfde dat met niemand te bespreken. Ik zocht troost in het geloof, want Jezus accepteert immers iedereen. Na mijn dienstplicht ging ik naar Amsterdam om te studeren. Het was een eenzame en verwarrende periode. Ik was ervan overtuigd dat mijn verlangens zondig waren. Met steun van de Evangelische Hulpdienst voor Homofielen heb ik geprobeerd te genezen. Dat lukte niet en ik ging mij steeds meer afvragen waarom ik niet van mannen zou mogen houden. Ik zocht overal naar antwoorden. Aan het einde van mijn studie volgde ik een module over humanisme. Dat is een levensbeschouwing die de mens centraal stelt. Met zijn verstand, intuïtie en geweten kan een mens zijn leven zelf inhoud en richting geven. Waarden en normen zijn geen vaststaande dogma’s, maar plaats-, tijd- en cultuurgebonden. Ik leerde daar dat homoseksualiteit iets natuurlijks en normaals is. Dat inspireerde mij om Humanistiek te gaan studeren. Er ging een wereld voor mij open!” 

Bevrijd
Ook tijdens die studie duurde het nog even voordat Anton voor zijn homoseksualiteit durfde uit te komen. Op aandringen van twee vriendinnen die merkten dat hij niet goed in zijn vel zat, ging hij naar een studentenpsycholoog. Die verwees Anton naar een therapeut van de Schorerstichting. De drempel was hoog, maar Anton zette door. Na een intensief begeleidingstraject durfde hij op zijn 28e uit de kast te komen. “Wat een geweldig gevoel. Alsof ik een duif was die bevrijd werd uit een diepe donkere put. Zelfs mijn studieresultaten piekten”.

Kerstmis
Anton: “Uit eigen ervaring weet ik hoe beklemmend het is als iemand in een isolement zit en een belangrijk deel van zichzelf verzwijgt. En hoe bevrijdend het is om je geaccepteerd te voelen en jezelf te kunnen zijn". 
Anton is 63. Hij blijft zich inzetten voor roze senioren, maar ook deelt hij zijn kennis en ervaring met jongere collega’s om het stokje over te dragen. Nu Anton zelf een roze senior aan het worden is, kan hij zich nog meer inleven in de betekenis van aandacht voor oudere LHBTIQ+ ers. En die aandacht is extra nodig tijdens de naderende periode van Kerstmis en de jaarwisseling. “In de verpleeghuizen is het schipperen tussen de veiligheidsregels en de behoeften aan samenzijn. Festiviteiten met (buurt)bewoners zijn minimaal mogelijk. Kerst is het feest van verbondenheid en hoop. Laten we dan extra aandacht hebben voor mensen die kwetsbaar of eenzaam zijn. En laten we hopen dat wij ons weer snel vrij en veilig kunnen voelen, elkaar weer kunnen opzoeken en de samenkomsten overal weer van start gaan. Want gevoelsgenoten ontmoeten is zo belangrijk!”


Naschrift: Voor dit artikel heb ik - met dank - gebruik gemaakt van het uitgebreide interview van Wil Groot met Anton in februari 2021, gepubliceerd in Gay News.