Interview met Maxe de Rijk
Maxe de Rijke - Foto Dirk JansenMaxe (27) is docent burgerschap & persoonsvorming op het Mundus College, een vmbo-school in Amsterdam-West. Ze schrijft blogs over haar werk, publiceert in de Volkskrant en is gastdocent bij de Hogeschool van Amsterdam. Ze doet bijzondere dingen. Die normaal zouden moeten zijn.

Foto Dirk Jansen

Ik ben er nog
Na mijn studie Politicologie (UvA) kwam ik vier jaar geleden via een traineeship op het Mundus College terecht. Het doel was om bij jonge academici de belangstelling voor vmbo-scholen te stimuleren. In mijn geval is dat geslaagd, want ik ben er nog.

De school maakt werk van talentontwikkeling en dat bleek een goede match met mij. Op school zijn 60 nationaliteiten aanwezig, leerlingen uit totaal verschillende achtergronden, met verschillende meningen en waarden. Iedereen kan zich vrij voelen zichzelf te uiten, iedereen wordt in haar/zijn waarde gelaten. We bekijken onderwerpen van alle mogelijke kanten, zodat de kinderen meer keus krijgen om hun mening te vormen. Dat gaat bijvoorbeeld over homoseksualiteit, hoe leerlingen aankijken tegen de Pride en heel concreet tegen hun eigen lesbische juf. Een paar maanden geleden werd een homostel in Amsterdam-Oost uitgescholden en bespuugd door een groepje minderjarige jongens.  De dader Ilyas had zo in mijn klas kunnen zitten. Het is dan belangrijk om te praten over hoe dit kon gebeuren.

‘Hij is gemeen, hij zegt dat u lesbisch bent’
In elke klas moet ik opnieuw uit de kast komen. Het gaat altijd goed. Nu hoef ik het eerstejaars niet meer te vertellen, want ze horen het al snel in de kantine.  Soms komt er een naar me toe:  ‘Juf juf, die en die is echt gemeen, hij zegt dat u lesbisch bent.’ Moet ik met een stalen gezicht zeggen dat dat waar is. Ze reageren dan heel verbaasd, ze verwachten het gewoon niet van hun ‘normale’ juf. Laatst praatte ik hierover met een leerling die thuis had geleerd dat homo’s slechte mensen zijn: ‘Maar u bent niet slecht en mijn moeder vond u ook aardig.’ Ik zie dan hoe moeilijk hij het heeft om die dingen te combineren. Ik vind het erg belangrijk me open op te stellen, want leerlingen leren zo dat vooroordelen niet altijd hoeven te kloppen. En datzelfde kan dan misschien ook opgaan voor andere onderwerpen.

Discussies lopen nooit uit de hand
Maatschappelijke actualiteit grijp ik aan om moeilijke onderwerpen te bespreken. De discussie over de grenzen van wat je als docent kunt zeggen is enorm gaan spelen na de moord op de Franse docent Samuel Paty, die in een les over vrije meningsuiting cartoons van Mohammed liet zien. Ja, daar praten we over. Ik zie de klas als dé plek waar je over alles moet kunnen praten. Dat kan alleen als je het vaker doet. Een keertje je gewone les onderbreken om een bepaald onderwerp te bespreken, dat werkt niet. Zo heb ik het nieuwe vak ‘Persoonsvorming en Socialisatie’ helpen ontwikkelen. Ik creëer in mijn lessen een sfeer van wederzijds respect en openheid. Dat is mijn hoofddoel en daar steek ik erg veel energie in. Natuurlijk gaat dat in de ene klas makkelijker dan in de andere. Leerlingen hebben dit vak twee uur per week. Omdat we veel praten en de leerlingen hierin vaardiger worden, lopen discussies nooit uit de hand.

Een voorwaarde is dat ik zelf een open en onbevooroordeelde houding heb, niks afwijs, niks raar vind. Natuurlijk heb ik ook meningen, en mijn leerlingen weten dat vaak wel in te schatten, maar ik laat voelen dat een leerling niet minder waard is als hij een andere mening heeft. Zo leren ze dat alle meningen mogen bestaan, dat het juist goed is dat we allemaal verschillend zijn.  Als ze me naar mijn mening vragen, geef ik eerlijk antwoord.

Moet hij echt dood?
Een voorbeeld van hoe het kan lopen in de klas is als een leerling zegt dat ‘Wilders dood moet’. In de discussie die dan volgt bespreek je waarom Wilders ‘tegen moslims’ is. Dat hij zijn mening heeft, betekent dat dan meteen dat hij dood moet? Zou dat het probleem oplossen? Wat kun je in plaats daarvan doen? ‘Niet op hem stemmen!’ En al gauw heb een mooi haakje naar de democratie te pakken en kun je daarop doorgaan.

Foto Cees Glastra van Loon

Foto: Cees Glastra van Loon


Allemaal uitzonderingen
Toen we midden december hoorden dat de scholen dicht gingen, zag ik bij sommige leerlingen de angst in hun ogen. Het ministerie heeft beschreven welke specifieke groepen leerlingen wel naar school mogen. Uiteindelijk bleken bijna al onze leerlingen daarbinnen te vallen, we wisten even niet wat we daarmee moesten. Met 1100 leerlingen is het besmettingsrisico sowieso groot, dus we hebben een middenweg gekozen waarbij een deel van de leerlingen naar school komt.

Zelf sla ik me goed door deze tijd heen. Sociaal is het niet leuk, maar ik zie dat veel mensen in een moeilijker situatie zitten. Het mooie voor mij persoonlijk is dat de coronatijd mijn relatie enorm heeft versterkt. We gaan binnenkort samenwonen!

Het Roze Stadsdorp Amsterdam
Ik kende het niet. Niet zo gek, want ik val buiten de doelgroep. Het geeft me een goed gevoel dat dit er is, dat ik in een land leef waar dit soort netwerken bestaan. Een fijn idee dat er nog steeds een roze community kan zijn als ik ouder ben.