Frank StormPortret Frank Storm
Frank (80) woont nog geen twee jaar in Nederland. Na 20 jaar Spanje kwam hij naar Amsterdam. En daarvóór woonde hij in Indonesië, Australië, Engeland en Duitsland.
Een kosmopoliet!
Drie mannen kleuren zijn levensverhaal.

 
CYRIL, de opvoeder
In 1940 ben ik in Batavia (nu Jakarta) geboren. Omdat het erg onrustig was in het land, stuurden mijn ouders mijn broer en mij – ik was toen 13 - naar Nederland. De Indische cultuur liet ik achter me. In Amsterdam kwam ik in aanraking met een homoseksuele groep van mooie en kunstzinnige mensen. Degene die mij als ‘zoon’ aannam, was ‘Cyril’. Hij was 30 jaar ouder.  We werden volgens het Griekse ideaal opgevoed. Ze spraken nooit over homoseksualiteit, het was homo-erotica. Ik was altijd al homo geweest, meisjes vond ik in mijn jeugd alleen leuk om aan te kleden, dus de groep gaf me een gevoel van thuiskomen. We waren lief en teder met elkaar, van grove seks was geen sprake.

Toen mijn ouders, die ondertussen in Australië woonden, wilden dat ik daar kwam, heb ik dat geweigerd, want ik wilde bij de groep blijven. Op mijn 18e ben ik wel gegaan, toen mijn broer ziek werd en op zijn 20e aan leukemie overleed. Ik was er doodongelukkig, miste mijn vrienden en Cyril. Toen ik 20 was, vertrok ik naar Engeland om toneelspelen te leren.

BILL, de theaterman
Ik wilde graag acteur worden, maar een opleiding in Duitsland bleek makkelijker te realiseren. Daar heb ik gestudeerd en ook toneelgespeeld.  Ik ontmoette er Bill, een beroemde theaterdirecteur. We gingen samenwonen in Londen. Hij is erg belangrijk voor me geweest, zei: ‘Dit moet je doen, maar ik ga je er niet bij helpen, je moet het zelf doen.’ Zo heeft hij me gevormd.
 
Als Artistic Director van het Royal Court Theatre werkte hij met beroemde mensen. Hij aarzelde niet mij aan hen voor te stellen en vertrouwde er volledig op dat ik me goed gedroeg in dat wereldje. Hij was een intellectueel zonder arrogant te zijn. Uiteindelijk ging de relatie niet goed. Ik keerde terug naar Duitsland, waar ik werkte totdat Engeland bij de EU kwam. Toen kon ik terug.

STEVE, de grote liefde
Steve ontmoette ik in 1977 tijdens een public holiday in Bournemouth, in de beroemde club Gigi  waar hij barman was. Met hem zou ik 19 jaar lang een intensieve relatie hebben. Steve was 13 jaar jonger dan ik, maar hij nam het initiatief. Dat werd een intens weekend. Ik ging terug naar Londen, waar ik op het huis van Bill paste, omdat hij vaak weg was. Op een dag - het vroor dat het kraakte - ging de deurbel. Daar stond Steve, in jeans, een T-shirt en een jeansjasje, blauw van de kou. Hij zei eenvoudigweg: ‘Ik kom je halen, je gaat met me mee naar Bournemouth.’  Dat heb ik gedaan. Bill was pissed, want het huis was leeg toen hij thuiskwam.
 
In het begin had ik twijfels, het ging wel heel snel: nieuwe stad, samenwonen, als barman in Gigi werken. Steve experimenteerde graag, ik ben erg vanilla. Soms verdween hij 'naar zijn moeder in Birmingham', maar in werkelijkheid zat hij in Amsterdam, in de sauna. Na die eerste strubbelingen besloten we een open relatie te hebben. Hoewel Steve daar veel meer gebruik van maakte dan ik, had ik er geen moeite mee. Mijn opvoeding in de groep van Cyril - hij had nog vier andere ‘zonen’ – zal daarin een rol hebben gespeeld.
 
Later vertrokken we naar Brighton, waar ik een baan had bij British Telecom en Steve een filiaal van Laura Ashley ging runnen. Het kwam allemaal goed uit.
 
Hoewel we veel vrienden hadden verzorgd in hun laatste Aids-fase, bleven we het voor onszelf toch lang ontkennen. Rond 1991 merkte ik dat het niet in orde was met Steve. Hij deed de test en het was mis. We schrokken vreselijk, huilden veel. Hij ging meteen zes weken het ziekenhuis in. In zijn goede weken kon Steve alleen in drag in Brighton uitgaan, een kostuum waarachter hij zijn extreme door Aids veroorzaakte magerheid kon verbergen. Ik vond dat erg moeilijk om te zien. Ik stelde een test voor mezelf uit, want ik moest er voor hem zijn. Steve overleed met kerst 1994. Die laatste dagen blijven me altijd bij. Ik heb nu levenslang medicijnen om het virus eronder te houden.
 
Via Spanje naar Amsterdam
Na Steve’s dood zocht ik een betaalbare manier om te leven. Best lastig, want ik ben nogal extravagant. De keus viel op een dorpje in Spanje. De taal bleek moeilijker dan verwacht. Mijn sociale leven was mager. De mensen daar zaten niet te wachten op een homo uit Engeland. Vrienden namen we wel eens mee in de scene in Alicante die in mijn ogen forgettable is. Sitges was veel homovriendelijker en ook in Torremolinos heb ik plezier gehad.
 
Omdat de voorzieningen voor ouderen in Nederland veel beter zijn, zette ik mezelf op de wachtlijst voor een aanleunwoning. In 2019 ben ik naar Amsterdam verhuisd. Ik heb het gevoel dat ik nu geland ben. 
 
Het Roze Stadsdorp Amsterdam
Via het COC Seniorencafé kwam ik bij allerlei roze groepen. Zo ook bij het Roze Stadsdorp. Nu schrijf ik af en toe een stukje voor de Flamingo. Helaas ben ik nog nooit bij de borrel geweest. Als ik op de scootmobiel ga, ben ik bang dat de batterij op raakt. En ik ben niet goed met het openbaar vervoer. We hebben eens met een groepje van het Roze Stadsdorp samen gegeten, dat was leuk.