Leven en liefdes in de Nieuwmarktbuurt 

Rita Verpalen vertelt over haar leven, haar liefdes, haar (vrijwilligers)werk en en haar creatieve talenten. 

Rita Verpalen, 66 jaar, heeft een gevarieerd liefdesleven achter de rug. Ze begint in de zeventiger jaren met jongens in de kroeg na afloop van de ‘Jongerenmis’ in het katholieke Bergen op Zoom. Crushes op meisjes ervaart ze ook, maar wat dat is, is onbestemd en onbenoemd.

Al van jongs af heeft ze een kinderwens. Tegen haar veertigste vindt ze een alternatieve manier om die wens te vervullen. Vrienden die boven haar wonen krijgen een jongetje en Rita gaat een etmaal per week voor hem zorgen. Dit doet ze uiteindelijk 14 jaar. Ze is erg tevreden over deze tweede-moederrol: ‘Het is het beste alternatief voor een eigen kind.’ Het ‘leenkind’ – nu 27 jaar – zegt dat zij hem heeft geleerd over zijn gevoelens te praten.
Na onder andere twee langdurige liefdesrelaties met vrouwen leeft Rita alweer jaren alleen. Binnenkort volgt een spannende nieuwe stap: ze gaat deel uitmaken van een WOOS, Woongroep voor Ouderen Oude Schans bij haar om de hoek. Een heel diverse en deels roze leefgemeenschap.

Sleutelen in San Francisco
In Amsterdam maakt zij kennis met lesbo’s binnen de kraakbeweging en stapt ze het lesbische leven in. Begin jaren tachtig woont zij in bruisend gay San Francisco, vindt daar een liefde en maakt deel uit van een sterke diverse lesbische gemeenschap.
Haar lief is elektricien, zelf werkt Rita in een vrouwengarage. De autotechniek en het zelf sleutelen aan je auto staan voor de absolute autonomie van de lesbo.

Het concept van een vrouwengarage, als werkplaats maar ook als opleidingsplek voor de vrouwelijke automonteur, neemt Rita mee terug naar Amsterdam. Zij richt samen met Cora Vlaar De Knalpot op. Dit wordt een aansprekende en succesvolle garage voor vrouwen, die veel vrouwen inspireert en die zes jaar lang een bloeiend bestaan leidt. Rita – oorspronkelijk opgeleid als cultureel werker – laat zich omscholen; ze wordt automonteur.

Rita voelt zich uitgedaagd
Rita VerpalenHet grappige is dat Rita zich later realiseert niet veel technische competenties te hebben maar vooral over talent in de creatieve hoek te beschikken. Ze schoolt zichzelf voor de tweede keer om en werkt geruime tijd voor de Amsterdamse Rechtbank als mediator bij vastgelopen omgangsregelingen.
Nu werkt zij al een jaar of 18 op Schiphol in de winkel van het Rijksmuseum. Leuk werk dat haar interessante ontmoetingen biedt met een internationaal publiek. Daarnaast zoekt ze steeds vernieuwing en engagement in allerlei vrijwilligerswerk.

In San Francisco maakt zij de beklemming mee van de aidsepidemie en haar dodelijke slachtoffers. Door deze ervaring wordt ze actief in een Buddy Project. Samen met een maatje is ze buddy voor een man die al zes buddy’s heeft versleten. Ze worden vooraf gewaarschuwd, haar maatje haakt af, maar Rita voelt zich uitgedaagd. Zij kan het niet over haar hart verkrijgen om deze narrige man, die vanuit eenzaamheid iedereen van zich afslaat, in de steek te laten. Er volgen vele confrontaties en langzaam maar zeker ontstaat er een band, die overigens nooit benoemd wordt. Dat ze van betekenis is geweest, leest ze in een bedankbrief van zijn streng christelijke ouders na het afscheid.

Vanuit de behoefte om nu eindelijk eens tijd te maken voor zichzelf, besluit Rita haar creatieve talenten te verkennen. Zij volgt enkele jaren ‘Artless’, waarin haar collages door twee Rietvelddocenten besproken en beoordeeld worden.
Haar trots is een ‘omslagontwerp’ van de VPRO-gids. Het ontwerp is een collage van oude gidsomslagen en is gepubliceerd in VPRO Etalage.
In 2019 doet ze mee aan de Atelierroute in de Nieuwmarktbuurt en verkoopt tot haar verrassing meerdere werken.

Meer geluk dan grijsheid
Hoe sta ik in de wereld? Hoe kan ik mijn blikveld blijven verruimen? Hoe kan ik en blijf ik met compassie iedere medemens tegemoet treden? Vragen die Rita bezighouden. Voor verdieping vindt ze inspiratie in de verkenning van het begrip existentiële eenzaamheid. Zij leest boeken van Ton Jorna & Willem Voois en van Jean Jacques Suurmond. Ook de boeken van Etty Hillesum brengen betekenis door de manier waarop zij, als ondergedoken Joodse vrouw, een positief mensbeeld vasthoudt. Existentiële eenzaamheid geeft een mogelijkheid tot zelfwording en zinvinding. Belangrijke begrippen en inzichten voor wie niet cynisch en zuur wil worden, maar zich wil blijven ontwikkelen. Rita is altijd heel outgoing geweest, maar leert zichzelf nu op een nieuwe manier kennen. Ze is graag alleen om over dit thema te lezen in haar tuinhuis tussen het groen. ‘Meer geluk dan grijsheid’ is inmiddels haar motto en haar streven in het leven.

Zo hoort het ook
Rita vindt corona een lastig gegeven. Het lijkt zo abstract, zij maakt geen ziekte of overlijden in haar directe omgeving mee. Dat ze haar vrienden en familie niet aan mag raken vindt ze een groot gemis. Ook overtreedt zij soms de regels. Tegelijkertijd vraagt zij zich af: ‘Steek ik mijn kop in ’t zand?’

De discussie over de zelfbeschikking van ouderen over hun eigen leven versus de medische cultuur van doorbehandelen en versus de christelijke norm dat alleen God over het leven beschikt, vindt Rita een interessant gegeven.
Ook is ze zich bewuster van generatieverschillen: ‘Wij zijn de ouderen en zwakkeren, wij trekken ons meer terug. Jongeren daarentegen zien alleen maar mogelijkheden, en zo hoort het ook!’

Tips van Rita:
‘Onmetelijke eenzaamheid’ van Ton Jorna en Willem Voois
‘Meer geluk dan grijsheid; de spiritualiteit van de ouderdom’ van Jean Jacques Suurmond